Week 5 - WWS VD

Nederlands Generiek
Voltooid deelwoord
Tegenwoordig deelwoord
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands Generiek
Voltooid deelwoord
Tegenwoordig deelwoord

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Woorden 
- Cruciaal
- Adequaat
- Laconiek

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke 4 werkwoordsvormen ken je?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions


WERKWOORDSPELLING
  1. Persoonsvorm tt
  2. Persoonsvorm vt
  3. Voltooid deelwoord
  4. Voltooid deelwoord als bn
  5. Tegenwoordig deelwoord
  6. Engelse werkwoorden

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm in tt
  • ik-vorm
ik

  • ik- vorm+ t
hij/ zij / het

  • hele werkwoord
zij/ jullie/ wij

lopen
verbeteren
worden
ik
loop
verbeter
word
hij/zij/het
loopt
verbetert
wordt
wij/jullie/zij
lopen
verbeteren
worden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm in vt
  1. Wat is het hele werkwoord?
  2. Haal -en van het werkwoord af
  3. De laatste medeklinker die overblijft zoek je op in ‘t ex-fokschaap
  4. Staat de medeklinker wel in ‘t ex-fokschaap? ik- vorm+ te(n)
  5. Staat de medeklinker niet in ‘t ex-fokschaap? ik-vorm+ de(n)

Voor zijn werk ... (verhuizen) Erik van Den Haag naar Den Bosch

Slide 8 - Slide

This item has no instructions


PERSOONSVORM TT

  • ik-vorm
ik
  • ik- vorm+ t
hij/ zij / het/ je
  • hele werkwoord
zij/ jullie/ wij

*gebiedende wijs = ik-vorm
*ww voor ‘je’ = ik-vorm
*twijfel? vervang het door ‘lopen’
Hoor je ‘loopt’? dan is het ik-vorm+t



PERSOONSVORM VT

  • Wat is het hele werkwoord?
  • Haal -en van het werkwoord af
  • De laatste medeklinker die overblijft zoek je op in ‘t ex-fokschaap
  • Staat de medeklinker wel in ‘t ex-fokschaap? ik- vorm+ te(n)
  • Staat de medeklinker niet in ‘t ex-fokschaap? ik-vorm+ de(n)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Tegenwoordig deelwoord

Hele werkwoord + d (e)
  • huilend, rennend, schreeuwend, lachend

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord
  1. wat is het hele werkwoord?
  2. haal -en van het werkwoord af
  3. de laatste medeklinker die overblijft zoek je op in ‘t ex-fokschaap
  4. Staat de medeklinker wel in ‘t ex-fokschaap? +t
  5. Staat de medeklinker niet in ‘t ex-fokschaap? +d

https://www.taal-oefenen.nl/instruction/taal/werkwoorden/werkwoorden-algemeen/wat-zijn-voltooid-deelwoorden
Hij is vorig jaar …… (verhuizen). 
Hij heeft het … (verbeteren). 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord als bn
Bijvoeglijk naamwoord: 


Een voltooid deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord voorkomen:
  • De gekleurde kaart
  • Een gemiste kans
  • Het gebraden haantje


...is een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.
Voorbeeld:
het mooie huis
het vlotte meisje
‘Gebraden’ is het vd van een sterk werkwoord. Zulke vd eindigen bijna altijd op -en en worden niet ‘gebradene’. Zij krijgen dezelfde behandeling als bijv. nw op -en: de gouden armband, de vergeten kunstenaar.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Een BN schrijf je zo 
kort mogelijk op! 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Noteer de woorden in de juiste vorm

  1. Hij is vorig jaar …… (verhuizen).
  2. Hij …(verhuizen) elk jaar.
  3. Hij heeft het … (verbeteren).
  4. Hij … (verbeteren) zijn antwoorden.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Maken 2.3
2.3 Voltooid en tegenwoordig deelwoord

timer
7:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wor… niet boos, Jan!
A
Wordt
B
Word

Slide 16 - Quiz

De vragen die hierna volgen zijn 
Heb jij je al gedouch..?

A
gedoucht
B
gedouchd

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Telefonisch kan alles bestel.. worden.
A
bestelt
B
besteld

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat heeft hij je nu weer beloof…?

A
belooft
B
beloofd

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Vind… jij ook niet dat hij te laat heeft geboek….?
A
vind - geboekt
B
vindt - geboekt
C
vind - geboekd
D
vindt - geboekd

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Zij heeft uitgereken…. dat ze honderd euro per maand kan sparen.

A
uitgerekend
B
uitgerekent

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Zijn verzoek tot toelating wor… morgen behandel...
A
word - behandeld
B
word - behandelt
C
wordt - behandelt
D
wordt - behandeld

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf een brief aan mij
- Noteer wat je tot nu toe van de lessen vindt. Wat gaat er goed en wat kan er beter?


- Wat helpt jou om je beter te concentreren tijdens de les?
- Wat heb je van mij nodig om nog beter te worden in Nederlands? 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Schrijf een brief aan jezelf
Schrijf een brief aan jezelf. Noteer wat je wilt noteren, maar noteer in ieder geval de antwoorden op de volgende vragen:
- Wie ben je/ wat is je familiesituatie?
- Waar word je gelukkig van?
- Wat doe je nu wat je over 3 jaar niet meer wilt doen?
- Wat zou je jezelf over 3/4 jaar willen zeggen? 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions