1.2 India en het Britse Rijk (1765-1885)

India en het Britse Rijk (1765-1885)
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

India en het Britse Rijk (1765-1885)

Slide 1 - Slide

Hoofdvraag bij deze paragraaf:
Waardoor werd India in de 19e eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)?

Slide 2 - Slide

Gerelateerde kenmerkende aspecten
  • 25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
  • 29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme 
  • 31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving 
  • 33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie 
  • 34 De opkomst van emancipatiebewegingen

Slide 3 - Slide

Zwaartepunt binnen het Britse rijk verschuift van Amerika naar India!
Waarom werd Amerika minder belangrijk voor de Britten?
1. 1776: Amerikaanse onafhankelijkheid werd bereikt
2. 1807: verbod op de slavenhandel


Slide 4 - Slide

Handel in Azie
  • De Britten richten in 1600 de East India Company op (katoen en specerijen)
  • India maakte deel uit van het Mogolrijk
  • Er werden versterkte handelsposten (factorijen) opgericht om van daaruit handel te drijven met Mogolvorsten
  • Door Europese concurrentie en verzwakking van de macht van de Mogolvorsten (onderkoningen worden machtiger) gingen de Engelsen meer politieke macht opeisen.

Slide 5 - Slide

1765: Verdrag van Allahabad
De Mogolvorst en de EIC sloten een verdrag waarbij:
  • De EIC belasting mocht innen in naam van de vorst
  • Hiermee verkregen de Britten voor het eerst een vorm van bestuur (later verdere uitbreiding)
  • Dit verdrag wordt gezien als het begin van het Britse Rijk in India

Slide 6 - Slide

Brits bestuur
  • De East India Company beschermde haar bezittingen met eigen legers (indiase soldaten o.l.v. Britse officieren: sepoys)
  • Deze legers groeiden later uit tot het Brits-Indische leger
  • Tegen de dreiging van andere Europese landen op zee kreeg de compagnie steun van de Royal Navy
  • Grote delen van India werden bestuurd door middel van lokale machthebbers die Britse opdrachten uitvoerden

Slide 7 - Slide

Indiase opstand van 1857
  • Anders dan in de Amerikaanse koloniën vestigden zich maar weinig Britten definitief in India
  • De Britten wezen veel religieuze (hindoeistische) en sociale gebruiken in India af. 
  • Over het algemeen werd het Britse gezag geaccepteerd
  • Echter in 1857 volgde het hard neerslaan van een opstand onder Indiase soldaten in het leger van de EIC (gevolg: opheffing EIC)

Slide 8 - Slide

Economische belangen
  • India kwam na de opstand van 1857 onder direct bestuur te staan van de Britse regering (in 1877 werd Queen Victoria keizerin van India).
  • Door de industriele revolutie werd Zuid-Azie belangrijk binnen het modern imperialisme (streven naar koloniale overheersing om te beschikken over goedkope grondstoffen en afzetgebieden voor industriële producten)
  • Plantages werden ingericht voor de handel

Slide 9 - Slide

Versteviging Britse macht in de 19e eeuw door:
  • In India nieuwe wegen en spoorwegen aan te leggen. Dankzij deze infrastructuur konden zij het gebied op lokaal niveau beter beheersen.
  • Afnemen van de reistijd door stoomschepen en aanleg Suezkanaal (1869)
  • Het invoeren van de Engelse taal en hun eigen onderwijs- en rechtssysteem in India

Gevolg: steeds meer inheems verzet tegen het Britse bewind!

Slide 10 - Slide

Indian National Congress (1885)
  •  Hoogopgeleide Indiërs richtten in 1885 het Indian National Congress op, dat later zou uitgroeien tot een politieke beweging
  • Het Indian National Congress streefde in eerste instantie nog niet naar zelfstandigheid, maar naar emancipatie (vooral gelijke kansen binnen het Brits-Indische bestuur)
  • De Britten zagen zichzelf als superieur en accepteerden dit niet

Slide 11 - Slide

Begrippen
  • East India Company: Engelse handelscompagnie die bestond van 1600 tot 1874 en die specifiek gericht was op de handel met Azië, in het bijzonder met India.
  • Mogolrijk: Rijk in Zuid-Azië tussen 1526 en 1858, dat was gesticht door islamitische krijgers en werd bestuurd door een vorst.
  • Factorij: Beschermde nederzetting van een Europese handelscompagnie in een kolonie waar zij goederen bewaarde en verhandelde. De compagnieën voerden zelf het bestuur over deze factorijen.

Slide 12 - Slide

Begrippen
  • Verdrag van Allahabad: in 1765 gesloten verdrag tussen de East India Company en het Mogolrijk, waarin de Engelse handelscompagnie het recht verwierf om belastingen te innen in het oostelijk deel van India.
  • Brits-Indische leger: leger dat in 1895 werd gevormd uit de legers van de East India Company. Hierin vochten Indiase soldaten onder leiding van Britse officieren.
  • Royal Navy: Britse koninklijke oorlogsvloot, die werd opgericht in 1546.

Slide 13 - Slide

Begrippen
  • modern imperialisme: het verschijnsel vanaf de 19e eeuw waarbij Europese landen streven naar een groot koloniaal rijk en de koloniën gebruiken als producenten van grondstoffen en als afzetgebieden.
  • Suezkanaal: kanaal in Egypte, gelegen tussen Afrika en Azië, dat werd geopend in 1869. Voor veel Europese landen betekende dit kanaal een snellere zeeroute naar Azië.
  • Indian National Congress: Politieke beweging die in 1885 door hoogopgeleide Indiërs werd opgericht en die vooral streefde naar gelijke kansen voor Indiërs binnen het Brits-Indische bestuur.
  • emancipatie: het streven naar de juridische en sociale gelijkberechtiging van achtergestelde groepen als slaven, vrouwen, arbeiders en religieuze minderheden.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video