What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Verkleinwoorden 2M
Nederlands
donderdag 25 januari
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Spelling
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
donderdag 25 januari
Slide 1 - Slide
Programma
-Huiswerk vandaag
-§ 5 Uitleg Verkleinwoorden
-Opdrachten Verkleinwoorden
-Digitale opdrachten en nakijken
§ 4 Meervouden
Slide 2 - Slide
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
Slide 3 - Mind map
Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
het
B
ons
C
tafel
D
kopen
Slide 4 - Quiz
Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
mooi
B
je
C
kijken
D
Tamar
Slide 5 - Quiz
Morgen heeft Jan een toets op school.
Slide 6 - Open question
Twee vogels bouwen een nest in de boom.
Slide 7 - Open question
Theorie verkleinwoorden
Slide 8 - Slide
Welke verkleinwoorden ken je?
Slide 9 - Mind map
-je
Zelfstandig naamwoorden meestal -je
- de kaas
het
kaasje
- de worst
het
worstje
- het huis
het
huisje
Slide 10 - Slide
-pje
Woorden die eindigen om -m
- de boom het boom
pje
- de zoom het zoom
pje
- het geheim het geheim
pje
Slide 11 - Slide
-tje
- de lepel het lepel
tje
- de stoel het stoel
tje
- het ding het dinge
tje
Slide 12 - Slide
-tje
De medeklinker wordt verdubbeld als er een korte klinker is (niet bij alle woorden)
- de ster het ste
rr
e
tje
- de pop het po
pp
e
tje
Slide 13 - Slide
-tje
Woorden die eindigen op een lange klinker (a, é, o, u)
- de auto het aut
ootje
- de paraplu het parapl
uutje
- de logé
het log
eetje
Slide 14 - Slide
-tje
Woorden die eindigen op -i wordt -ietje
- de taxi het tax
ietje
- de ski het sk
ietje
Slide 15 - Slide
'tje
Woorden die einigen op -y
- de baby het baby
'tje
- de hobby het hobby
'tje
Slide 16 - Slide
-nkje
Woorden die eindigen op -ng
- de woning het woni
nkje
- de koning het koni
nkje
Slide 17 - Slide
Even oefenen
Slide 18 - Slide
Hoe schrijf je:
Het logo
Slide 19 - Open question
Hoe schrijf je:
De tafel
Slide 20 - Open question
Hoe schrijf je:
Het paard
Slide 21 - Open question
Hoe schrijf je:
De beloning
Slide 22 - Open question
Hoe schrijf je:
De bikini
Slide 23 - Open question
Hoe schrijf je:
De foto
Slide 24 - Open question
Hoe schrijf je:
De kaart
Slide 25 - Open question
Wat hebben we geleerd?
Slide 26 - Open question
Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 4, op blz. 234 en 235
Klaar?
Aan de slag met de planning (Nieuw-Nederlands)
Klaar?
Opdrachten nakijken (Classroom)
Slide 27 - Slide
More lessons like this
Verkleinwoorden
October 2023
- Lesson with
18 slides
Spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Afkortingen/Verkleinwoorden
April 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Verkleinwoorden
September 2020
- Lesson with
18 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
November 2022
- Lesson with
20 slides
Spelling
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Verkleinwoorden
2 days ago
- Lesson with
20 slides
Spelling
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Verkleinwoorden
March 2022
- Lesson with
18 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
February 2023
- Lesson with
22 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
categorie 10 - verkleinwoorden
September 2020
- Lesson with
24 slides
Spelling
Basisschool
Groep 4