oefentoets H5 bewegen

H5 Bewegen
Vandaag: 
  • Wat moet je weten voor de toets?
  • Herhaling van § 5. 1 t/m 5.4  aan de hand van deze toets  


1 / 27
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H5 Bewegen
Vandaag: 
  • Wat moet je weten voor de toets?
  • Herhaling van § 5. 1 t/m 5.4  aan de hand van deze toets  


Slide 1 - Slide

Wat moet je weten voor de toets?
H5 Bewegen, 5.1 t/m 5.4
Hoe kan je hiervoor leren?
- Lees de lesstof / bekijk de bronnen / oefen met rekenen
- Bekijk Leerstofoverzicht vanaf blz. 64 in je boek

- Online via Malmberg:
  • Maak test jezelf  (Per paragraaf)

  • Oefen met Flitskaarten (Te vinden bij afsluiting)
  • Oefen met Vaardigheidstrainers

Slide 2 - Slide

Wat moet je weten voor de toets?
Paragraaf 1: Beweging vast leggen
- Bewegingen fotograferen
- Afstand-tijd tabel en grafiek maken

Paragraaf 2: Gemiddelde snelheid
- Gemiddelde snelheid berekenen
- Afstand en tijd berekenen, omrekenen snelheid van m/s naar km/h en omgekeerd

Slide 3 - Slide

Wat moet je weten voor de toets?
 Paragraaf 3: Versneld - eenparig - vertraagd
- Versnellen
- Dezelfde snelheid (Eenparig)
- Vertragen (Afremmen)
- Hoe de grafieken van elke beweging eruit zien

Paragraaf 4: Remmen en botsen
- De remweg van een auto
- Reactie tijd en reactie afstand
- Stopafstand

Slide 4 - Slide

Wat voor soort lamp is dit?

A
Stethoscoop
B
Stroboscoop
C
Bouwlamp
D
Zaklamp

Slide 5 - Quiz

De tijd tussen de twee flitsen is altijd hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat voor soort foto zien we hier?
A
Bewerkte foto
B
Stroboscopische foto
C
Loboscopische foto
D
Stethoscopische foto

Slide 7 - Quiz

Hoeveel afstand heeft de bal afgelegd bij D?
I
A
2,2 cm
B
22 cm
C
220 cm
D
2,2 m

Slide 8 - Quiz

De afbeelding hiernaast is een afstand-tijd tabel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Met welke eenheid kun je afstand aanduiden? (meer antwoorden zijn goed)
A
Kilometer
B
Lengte
C
Afstand
D
Meter

Slide 10 - Quiz

Met welke eenheid kun je tijd aanduiden? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
Seconden
B
Uren
C
Minuten
D
Klok

Slide 11 - Quiz

Wat is de formule voor gemiddelde snelheid?
A
Snelheid = Afstand x Tijd
B
Snelheid = Afstand + Tijd
C
Snelheid = Afstand/Tijd
D
Snelheid = Afstand - Tijd

Slide 12 - Quiz

Een atleet loopt 1000 meter in 50 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid
A
10 m/s
B
20 m/s
C
2500 m/s
D
25 m/s

Slide 13 - Quiz

Luna fietst met een snelheid van 5,5 m/s, hoeveel km/h is dat?
A
5,5 x 3,6 = 19,8
B
5,5
C
5,5 / 3,6 = 1,53
D
55

Slide 14 - Quiz

Jordi fietst met 15 km/h naar school, daar doe ik een half uur over. Hoeveel km moet ik fietsen?
A
5 km
B
15 km
C
7,5 km
D
17,5 km

Slide 15 - Quiz

Een auto remt af voor het rode verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 16 - Quiz

Je moet op de fiets afremmen, omdat de spoorbomen dichtgaan.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 17 - Quiz

Een marathonloper rent met een constante snelheid.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 18 - Quiz

Je stapt op je fiets bij huis en begint met fietsen.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 19 - Quiz

Bij welke beweging hoort deze grafiek?

A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 20 - Quiz

Bij welke beweging hoort deze grafiek?

A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 21 - Quiz

Bij welke beweging hoort deze grafiek?

A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 22 - Quiz

Waaraan kan je niet afleiden hoelang de remweg is?
A
De massa van een Auto
B
De begin snelheid van een auto
C
De kleur van een auto
D
De remkracht van een auto

Slide 23 - Quiz

Hoe groot is de gemiddelde reactie tijd?
A
0,8 en 1,0 seconde
B
0,7 en 1,0 seconde
C
0,9 en 1,0 seconde
D
0,6 en 1,0 seconde

Slide 24 - Quiz

Wat is de formule voor stopafstand?
A
Remweg + reactieafstand
B
Remweg - reactieafstand
C
Reactieafstand + Remweg
D
Reactieafstand - remweg

Slide 25 - Quiz

Wat is de stopafstand als je remweg 50 meter is en je reactie afstand 5 meter.
A
45 meter
B
55 meter
C
250 meter
D
5 meter

Slide 26 - Quiz

Volgende keer .....de toets! 

Wat kan je nog doen?: Test Jezelf afmaken van 5.1 t/m 5.4 en oefenen met flitskaarten en Vaardigheidstrainers

- Moment om vragen te stellen


Slide 27 - Slide