OK gedrag en zelfbeeld

Omgangskunde

Gedrag en zelfbeeld
1 / 17
next
Slide 1: Slide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Omgangskunde

Gedrag en zelfbeeld

Slide 1 - Slide

Waar kunnen mensen
in verschillen?

Slide 2 - Mind map

Gedrag
  • Iedereen is anders: uiterlijk, herkomst, normen en waarden
  • Ook in gedrag
  • Gedrag = alles wat mensen doen: lopen, zitten, praten, lachen, zeuren, etc
  • Gedrag kan je zien en horen
  • Gedrag is waarneembaar

Slide 3 - Slide

Is 'slapen' gedrag?
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet

Slide 4 - Quiz

Is gedrag aangeboren of aangeleerd?
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 5 - Quiz

Gedrag
  • Een deel is aangeboren en een deel is aangeleerd

  • Je kan gelukkig invloed uitoefenen op een belangrijk deel van je gedrag

Slide 6 - Slide

Welk gedrag is
aangeboren?

Slide 7 - Mind map

Welke gedrag is aangeleerd
en kan je invloed op uitoefenen?

Slide 8 - Mind map

Aangeboren of aangeleerd
Aangeboren: talenten en kwaliteiten - bepalen voor een deel hoe je je gedraagt, bv. rustig/druk/verlegen/dapper/voorzichtig/ sportief/muzikaal/sociaal. Je kan het wel verder ontwikkelen. 

Aangeleerd: lopen, fietsen, lezen, hoe je met mensen omgaat
Je leert van je familie, vrienden, leraren, collega's.

Slide 9 - Slide

Eigen invloed
  • Gelukkig ook eigen invloed op hoe je je gedraagt
  • Door keuzes te maken: je anders te gedragen
  • Leren van je fouten

Slide 10 - Slide

Normen en waarden
Normen = richtlijnen voor gedrag: hoe je je wel en niet moet gedragen. "zo hoort het" 

Waarden = Wat jij belangrijk vindt  (groter dan normen)
Bijvoorbeeld: eerlijkheid, respect, vertrouwen, vriendelijkheid, beleefdheid, vrijheid, gehoorzaamheid

Slide 11 - Slide

welke normen en waarden vind jij belangrijk in onze klas?

Slide 12 - Mind map

Normen en waarden
  • Jouw normen en waarden hangen af van je opvoeding, je omgeving, je vriendengroep en je eigen keuzes!

  • Afwijken van de normen en waarden in een groep = afwijkend gedrag, bijvoorbeeld wel of geen hand geven. 

  • Gedrag heeft altijd een oorzaak

Slide 13 - Slide

Afwijkend gedrag
Sommige vormen van afwijkend gedrag kan je niet accepteren. Welke kunnen dat zijn? 

Wanneer grijp je in?
- Als het gevaar oplevert
- Ingaat tegen algemeen geaccepteerde regels
- Jouw persoonlijke grenzen overschrijdt

Slide 14 - Slide

Zelfbeeld
  • Zelfbeeld = het beeld dat je van jezelf hebt
  • Goed zelfbeeld hebben - dan heb je zelfkennis
  • Is belangrijk als je als dienstverlener werkt
  • Als je jezelf goed kent, kan je beter met mensen werken
  • Als er iets gebeurt ga je eerst naar je eigen gedrag kijken ipv de fout bij de ander te leggen
  • Je weet hoe jouw gedrag kan overkomen bij een ander

Slide 15 - Slide

Kijken naar jezelf
  • Wat zijn je goede eigenschappen en kwaliteiten?
  • Wat zijn je minder goede eigenschappen/valkuilen?
  • Hoe kom ik op anderen over?
  • Wat vind ik belangrijk?  (normen en waarden) 
  • Ideaal zelfbeeld: hoe je graag wilt zijn, soms dingen van jezelf accepteren
  • Werken aan jezelf: reflecteren en open staan voor kritiek

Slide 16 - Slide

Opdrachten maken
1a, b, c, d, e
2a, b 
3a, b
4a, b
5a, b
6a, b

Slide 17 - Slide