Profiel groen les 2 Hoofdstuk 2 voeding

Leerdoelen deze les 
  • Je weet dat je dieren niet te veel en niet te weinig moet voeren 
  • Je weet welke soorten voer de belangrijkste gezeldschapsdieren eten. 
  • Je kunt de belangrijkste soorten voer herkennen 
  • Je kunt dieren voeren aan de hand van een schema of voerkaart 
  • Je kunt hoeveelheden voer afwegen. 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GroenMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Leerdoelen deze les 
  • Je weet dat je dieren niet te veel en niet te weinig moet voeren 
  • Je weet welke soorten voer de belangrijkste gezeldschapsdieren eten. 
  • Je kunt de belangrijkste soorten voer herkennen 
  • Je kunt dieren voeren aan de hand van een schema of voerkaart 
  • Je kunt hoeveelheden voer afwegen. 

Slide 1 - Slide

Welkom bij dier 
Wanneer de timer op 0:00 staat dan. 
- Zit je op je plek 
- Heb je, je boek Diersoorten en Rassen op tafel. 
- Is je pet af 
- Zit je telefoon in je tas 
- Dan ben je ingelogd in Lesson up 
- Ben je stil en kan ik beginnen met de les. 

Leerdoel 
1. Je kan een konijn/ cavia wegen 
2. Je weet hoe je voer kan herkennen 
3. Je weet het verschil tussen hooi en stro. 
4. Je weet hoe je de juiste hoeveelheid voer kan berekenen. 
Planning 
- Uitleg 
- Maken theorie 
- Praktijk opdracht: Hanteren 

timer
3:00

Slide 2 - Slide

Is het dierenmishandeling als je dieren altijd teveel voert?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Voer en water 
Belangrijk om te onthouden; Rantsoen 
 Het soort voer en de hoeveelheid voer die je elke dag geeft. 

Slide 6 - Slide

Honden, katten en fretten 
Om te onthouden: 
Volledig voer:  Alles wat een dier nodig heeft. 
Onvolledig voer:  Er moeten meerdere soorten voer gegeven worden 
Fred mag helemaal geen plantaardige voeding


Slide 7 - Slide

Gespecialiseerd voer
Gespecialiseerd voer = voer dat speciaal voor een bepaald dier gemaakt wordt. In dat speciale voer zit dan ook alles wat het dier nodig heeft. 

Slide 8 - Slide

Gespecialiseerd voer
  • Voer dat speciaal voor een dier is gemaakt. Het is zo samengesteld dat er alles in zit wat het dier nodig heeft. 
  • Er is veel onderzoek gedaan om te bepalen wat voor voer een dier moet krijgen. 
  • Een pup heeft andere voedingstoffen nodig dan een volwassen hond. 
  • Voor ieder een volledig voer op maat. 

Slide 9 - Slide

In kattenvoer zit veel groente en graan
Waar
Niet waar

Slide 10 - Poll

Knaagdieren 
  • Hooi of ander knaagmateriaal 
  • Spijsvertering 
  • Cavia's extra vitamine c. 
  • Hamsters & Gerbils alleseters.  

Slide 11 - Slide

Vogels 
  • Zaadeters 
  • Niet teveel voer tegelijk 
  • Eivoer voor als ze in de rui zijn of nog groeien.  

Slide 12 - Slide

Reptielen, amfibieën en vissen 
  • Koudbloedig: Zelfde temperatuur als de omgeving 
  • Warmbloedig : Constante temperatuur. Kost meer energie. 
  • Krekels, levende dieren, watervlooien. 
  • Hoeft niet elke dag soms 1x in de paar weken. 

Slide 13 - Slide

Wat bepaalt het rantsoen?

Slide 14 - Open question

Planning 

  • Voer herkennen 
  • Maken opdracht 1 tot 8 les 1&2 Voer 
  • Praktijk opdracht rantsoen bepalen. 
  • Praktijk opdracht rassen
  • Niet af: Huiswerk 

Slide 15 - Slide

Leerdoelen behaald? 
  • Je weet dat je dieren niet te veel en niet te weinig moet voeren
  • Je weet welke soorten voer de belangrijkste gezeldschapsdieren eten.
  • Je kunt de belangrijkste soorten voer herkennen
  • Je kunt dieren voeren aan de hand van een schema of voerkaart
Je kunt hoeveelheden voer afwegen. 

Slide 16 - Slide

Volgende les Hanteren, fixeren en verzorgen 

Slide 17 - Slide