Bio winterrust/winterslaap

winterrust en winterslaap
Tiano van Veen, Yannick de Wilde, Jason Khoenkhoen en Enzo Fahmel
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

winterrust en winterslaap
Tiano van Veen, Yannick de Wilde, Jason Khoenkhoen en Enzo Fahmel

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Wat zijn de verschillen tussen winterrust en winterslaap?
Wat zijn de overeenkomsten tussen winterslaap en winterrust?
Wat zijn twee soorten dieren die aan een winterrust doen en twee die aan een winterslaap doen?

Slide 2 - Slide

Leg uit waarom sommige dieren in winterslaap/winterrust gaan

1. Voedselschaarste: In de winter is er een tekort aan voedsel vanwege niet-bloeiende planten en inactieve insecten.

2. Energiebesparing: Dieren verlagen hun metabolisme tijdens winterslaap of winterrust, waardoor ze minder energie verbruiken.

3. Overleving in barre omstandigheden: Winterslaap of winterrust biedt beschutting tegen extreme weersomstandigheden en bedreigingen.

4. Voortplantingsstrategieën: Winterslaap of winterrust stelt sommige diersoorten in staat om de geboorte of het leggen van eieren uit te stellen tot het voorjaar, wanneer de omstandigheden gunstiger zijn voor de jongen.



Slide 3 - Slide

Leg uit wat er tijdens die periode verandert in het lichaam van het dier

Tijdens de winterslaap of winterrust ondergaat een dier verschillende aanpassingen. Het metabolisme vertraagt, waardoor de energieconsumptie afneemt. De lichaamstemperatuur daalt en komt dichter bij de omgevingstemperatuur, wat helpt bij energiebesparing. De ademhaling en hartslag vertragen ook, waardoor de zuurstofbehoefte wordt verminderd. Het dier gebruikt zijn opgeslagen energiereserves, zoals vet, als brandstof tijdens deze periode.






Slide 4 - Slide

Geef aan wat de overeenkomsten zijn tussen winterslaap en winterrust

Tijdens zowel winterslaap als winterrust vertraagt de stofwisseling, wat resulteert in een lager energieverbruik. Dieren vertonen verminderde activiteit, waardoor ze energie kunnen besparen. Beide toestanden bieden bescherming tegen barre weersomstandigheden door het zoeken naar beschutting en het reguleren van de lichaamstemperatuur. Deze aanpassingen stellen dieren in staat om te overleven met beperkte voedselbronnen en de winter te doorstaan.






Slide 5 - Slide

Geef voorbeelden van soorten die een winterslaap en een winterrust houden

Voorbeelden van diersoorten die een winterslaap houden:

Bruine beer: Bruine beren gaan in een diepe winterslaap tijdens de wintermaanden. Ze zoeken een veilige schuilplaats, zoals een hol, en verlagen hun lichaamstemperatuur, hartslag en ademhaling. Ze vertrouwen op hun vetreserves als energiebron tijdens de winterslaap.
Vleermuizen: Verschillende soorten vleermuizen houden een winterslaap, ook wel bekend als winterslaap. Ze zoeken beschutting in grotten, bomen of gebouwen en vertragen hun stofwisseling om energie te besparen. Tijdens de winterslaap hangen ze vaak ondersteboven en kunnen ze gedurende lange perioden inactief zijn.



Slide 6 - Slide

Geef voorbeelden van soorten die een winterslaap en een winterrust houden

Voorbeelden van diersoorten die winterrust houden:

Egel: Egels gaan in winterrust tijdens de wintermaanden. Ze bouwen een nest van bladeren en ander materiaal en blijven inactief. Hoewel ze niet in een diepe winterslaap gaan, vertragen ze hun lichaamsfuncties en verbruiken ze minder energie.
Marmot: Marmotten houden een winterrust genaamd 'holenslaap'. Ze graven een diepe ondergrondse hol waarin ze de winter doorbrengen. Tijdens de winterrust verlagen ze hun lichaamstemperatuur en vertragen ze hun stofwisseling, maar ze zijn niet volledig inactief en kunnen af en toe ontwaken om te eten.

Slide 7 - Slide

Welke dieren houden winterslaap?

Slide 8 - Open question

Wat gebruiken dieren die in winterslaap gaan om te overleven?
A
deze dieren gaan herkauwen
B
ze gebruiken opgeslagen energie en opgeslagen vetten
C
ze hebben eten opgeslagen en worden om de zoveel tijd wakker om te eten
D
ze doen niks en overleven gewoon

Slide 9 - Quiz

Zijn er nog vragen

Slide 10 - Open question