Moeilijke woorden lezen 4 les 2

Wat gaan we doen?
Je gaat in deze les:

je huiswerk nakijken
grondig lezen: ophelderen wat je niet begrijpt
onderzoeken hoeveel procent van de woorden je moet kennen om een tekst te begrijpen
de betekenis van moeilijke woorden achterhalen.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
Je gaat in deze les:

je huiswerk nakijken
grondig lezen: ophelderen wat je niet begrijpt
onderzoeken hoeveel procent van de woorden je moet kennen om een tekst te begrijpen
de betekenis van moeilijke woorden achterhalen.

Slide 1 - Slide

MOEILIJKE WOORDEN?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Stappenplan moeilijke woorden

Slide 4 - Slide

Moeilijke woorden wijzer

Slide 5 - Slide

Bedenk voor jezelf

Hoeveel procent van de woorden moet je kennen om een tekst te begrijpen? 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Moeilijke woorden
Verlof

Slide 14 - Slide

Moeilijke woorden
Eventueel

Slide 15 - Slide

Wat is de eerste stap wat je moet doen als je moeilijke woorden tegenkomt?
A
Een woordenboek pakken en het woord opzoeken
B
Kijken of het woord lijkt op een woord dat je wel kent
C
Naar de rest van de zin kijken of je daardoor achter de betekenis kunt komen.
D
Nagaan of je de betekenis van het woord nodig hebt om de tekst te begrijpen.

Slide 16 - Quiz

Wat is de tweede stap wat je moet doen als je moeilijke woorden tegenkomt?
A
Een woordenboek pakken en het woord opzoeken
B
Kijken of het woord lijkt op een woord dat je wel kent
C
Naar de rest van de zin kijken of je daardoor achter de betekenis kunt komen.
D
Nagaan of je de betekenis van het woord nodig hebt om de tekst te begrijpen.

Slide 17 - Quiz

Wat is de derde stap wat je moet doen als je moeilijke woorden tegenkomt?
A
Een woordenboek pakken en het woord opzoeken
B
Kijken of het woord lijkt op een woord dat je wel kent
C
Naar de rest van de zin kijken of je daardoor achter de betekenis kunt komen.
D
Nagaan of je de betekenis van het woord nodig hebt om de tekst te begrijpen.

Slide 18 - Quiz