vrij 4 dec 2020

Eisen voor de les
1. Handys gaat in de telefoontas. Anders moet je hem inleveren bij mij tot einde van de dag! 
2. Oortjes gaan uit en mogen alleen met mijn toestemming
3. Je hebt je laptop tijdens het lezen van een boek dicht! 
4. Je krijgt 1 waarschuwing. Bij de 2e moet je mijn lokaal verlaten
5. Als je eruit gestuurd wordt, moet je strafwerk een door mij te bepalen aantal keren opschrijven en naar NL vertalen: zie volgende sheet! 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 10 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Eisen voor de les
1. Handys gaat in de telefoontas. Anders moet je hem inleveren bij mij tot einde van de dag! 
2. Oortjes gaan uit en mogen alleen met mijn toestemming
3. Je hebt je laptop tijdens het lezen van een boek dicht! 
4. Je krijgt 1 waarschuwing. Bij de 2e moet je mijn lokaal verlaten
5. Als je eruit gestuurd wordt, moet je strafwerk een door mij te bepalen aantal keren opschrijven en naar NL vertalen: zie volgende sheet! 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Freitag, der vierte Dezember
Ziel: Ik weet wat belangrijke punten in de uitspraak van Duits zijn en kan de tekst uit een boek begrijpen

  1. een paar voorbeelden van zinnen met naamvallen en voorzetsels + feesten bespreken
  2. uitwisselen filmpjes van spreekvaardigheid in groepjes
  3. Buch lesen: + woorden in het woordenboek opzoeken, die in Lessonup staan
  4. zelfstandig werken aan de planner
Hausaufgaben: Zie werkwijzer+ leerdoelenkaart+ Wörterliste! 

Slide 3 - Slide

Quiz/ uitlegvideo's / plaatjes/ van deze les

Slide 4 - Slide

Aussprache
Kijk voor inspiratie over de uitspraak van Duits naar een andere "Lesson up- les"
Deze is te vinden onder de naam:  uitspraakvideo's

Slide 5 - Slide

uitlegvideo's/ plaatjes van vorige lessen om terug te kijken

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

0

Slide 11 - Video

0

Slide 12 - Video

Uhrzeiten
15.55: 
 8.30: 
10.20 
13.00:
17.15: 
14.15: 
1.30: 

Slide 13 - Slide

Uhrzeiten
15.55: Es ist fünf vor vier / Es ist fünfzehn Uhr fünfundfünfzig
 8.30: Es ist halb neun / Es ist acht Uhr dreiβig
10.20 Es ist halb elf / Es ist zehn Uhr zwanzig
13.00: Es ist ein Uhr/ Es ist dreizehn Uhr 
17.15: Es ist Viertel nach fünf/ Es ist siebzehn Uhr fünfzehn
14.15: Es ist Viertel nach zwei/ Es ist vierzehn Uhr  fünfzehn
1.30: es ist halb zwei/ Es ist ein Uhr dreiβig

Slide 14 - Slide

jij reist in het Duits is:
A
du reisst
B
er reisst
C
er reist
D
du reist

Slide 15 - Quiz

hij werkt in het Duits is:
A
du arbeitest
B
er arbeitt
C
er arbeitet
D
ich arbeite

Slide 16 - Quiz

jij werkt in het Duits is:
A
du arbeitest
B
er arbeitt
C
er arbeitet
D
ich arbeite

Slide 17 - Quiz

zij werken in het Duits is:
A
sie arbeiten
B
Sie arbeiten
C
Sie arbeitet
D
sie erbeitet

Slide 18 - Quiz

jullie maken schoon in het Duits is:
A
ihr putzen
B
Ihr putsen
C
ihr putzt
D
ihr putst

Slide 19 - Quiz

jullie zijn top in het Duits is:
A
ihr seit super
B
Ihr seit toll
C
ihr seid blöd
D
ihr seid super

Slide 20 - Quiz

haben en sein zijn regelmatige werkwoorden
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

haben en sein zijn belangrijk. Waarom?
A
ze komen vaak voor
B
ze zijn makkelijk
C
het zijn zwakke werkwoorden
D
het zijn hulpwerkwoorden

Slide 22 - Quiz

Op vijftien juli
A
am fünfzehnten Juli
B
in fünfzehnte Juli
C
am fünfzehnte Juli
D
in fünfzehnten Juli

Slide 23 - Quiz

op 1 mei
A
am eins Mai
B
in einen Mai
C
am einen Mai
D
am ersten Mai

Slide 24 - Quiz

schrijf de volgende tijden op 2 manieren: digitaal en analoog: 15.55, 8.30, 10.20, 13.00, 17.15, 14.15, 1.30

Slide 25 - Open question

welk onderwerp heb je nog vragen over?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

0

Slide 30 - Video