Uitleg Past Simple
● Je gebruikt de Past simple wanneer iets afgelopen is
.
● signaalwoorden: yesterday, last year, in 2014, two weeks ago,when etc
● Een past simple maak je door ED toe te voegen aan een
regelmatig werkwoord ( walk – walked)
● Wanneer het werkwoord onregelmatig is gebruik je het 2e rijtje van de
onregelmatige werkwoorden lijst in je boek (checkbook) (go-went)
Example: I walked to school yesterday.
James went to the cinema last weekend
.
Vragen maken in de Past Simple
● Did + persoon + werkwoord (in tegenwoordige tijd)
Example: Did you walk to school yesterday?
Did James go to the cinema last weekend?
Ontkenningen maken in de Past Simple
● Persoon + didn’t + werkwoord (in de tegenwoordige tijd)
Example: No, I didn’t walk to school yesterday.
No, James didn’t go to the cinema last weekend.