2HV Blok 5 Grammatica 1 hoofd- en bijzinnen opdracht 6

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les en doelen
Herhaling theorie hoofd- en bijzinnen.
Even oefenen.

Aan het eind van de les kun je een 
hoofd- en bijzin herkennen.

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen
een enkelvoudige zin en
een samengestelde zin?

Slide 3 - Mind map

Zinnen
Enkelvoudige zin
Zin met één persoonsvorm
Lisa kijkt naar het journaal.

Samengestelde zin
Zin met meer persoonsvormen
De jongen liep de trap op en ging zijn kamer in.



Slide 4 - Slide

Nevenschikkend en onderschikkend


De jongen liep de trap op en hij ging zijn kamer in.
De jongen liep de trap op, omdat hij naar zijn kamer wilde.



Slide 5 - Slide

Hoofd- en bijzinnen
  • Hoofdzinnen worden vaak verbonden door nevenschikkende voegwoorden.
  • Hoofd- en bijzin worden vaak verbonden door een onderschikkend voegwoord.

De jongen liep de trap op en hij ging zijn kamer in.
De jongen liep de trap op, omdat hij naar zijn kamer wilde.



Slide 6 - Slide

Hoofdzin
  1. De pv is in de hoofdzin het eerste of tweede zinsdeel.
  2. De zinnen kun je als zelfstandige zin opschrijven.
  3. Nevenschikkend voegwoord.
  4. Nevenschikking heeft twee hoofdzinnen.

Bijzin
  1. De pv is in de bijzin niet het eerste of tweede zinsdeel. 
  2. De bijzin kun je niet als zelfstandige zin noteren. 
  3. Onderschikkend voegwoord
  4. Onderschikking heeft in min. 1 hoofdzin en 1 bijzin.

Slide 7 - Slide

Als je de antwoorden allemaal goed hebt, vind ik je een bolleboos.
Noteer het voegwoord.

Slide 8 - Open question

Als je de antwoorden allemaal goed hebt, vind ik je een bolleboos.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 9 - Quiz

Als je de antwoorden allemaal goed hebt, vind ik je een bolleboos.
Wat is de hoofdzin?
A
je de ... goed hebt
B
vind ik ... een bolleboos
C
beide zinnen
D
geen van beide zinnen

Slide 10 - Quiz

Onderzoek toont aan dat meisjes minder verdienen, maar ze kunnen wel beter leren. Noteer het voegwoord.

Slide 11 - Open question

Onderzoek toont aan dat meisjes minder verdienen, maar ze kunnen wel beter leren.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 12 - Quiz

Onderzoek toont aan dat meisjes minder verdienen, maar ze kunnen wel beter leren. Wat is de hoofdzin?
A
onderzoek toont ... minder verdienen
B
ze kunnen ... beter leren
C
beide zinnen
D
geen van beide zinnen

Slide 13 - Quiz

Noteer hier het onderdeel
dat je nog moeilijk vindt.

Slide 14 - Mind map

Huiswerk
Blok 5 - Grammatica

Maken opdracht 6 
in eDition

Slide 15 - Slide