This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Instructions
Tijdens de voorbereidende les krijgen de leerlingen een eerste kennismaking met Museum M. en ontdekken ze wat hen te wachten staat tijdens het bezoek. Ook maken ze alvast kennis met de thema’s van de tentoonstelling, zodat ze goed voorbereid zijn voor hun museumervaring.
Voorbereiding:
- Neem de woordenlijst door
- Print de woordenlijst op A4-formaat uit en hang deze op een zichtbare plek in het lokaal
- Print de lesinstructie en neem deze vervolgens door
Benodigde materialen voor de voorbereidende les:
- Woordenlijst (in de bijlage)
- Lesinstructie (in de bijlage)
Instructions
Worksheets
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Voorpagina Titelblad
Groep 3
30 min.
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
Vertel kort wat de leerlingen kunnen verwachten van de excursie naar kunstmuseum M. en de voorbereidende les.
Leg uit dat ze drie belangrijke woorden gaan leren die helpen om het kunstwerk in M. beter te begrijpen.
Slide 3 - Video
Introductiefilmpje Kunstmuseum M.
Laat een kort filmpje zien om de leerlingen kennis te laten maken met museum M.
NU BIJ M.
Kunstenaar - Sachi Miyachi
Hoi, ik ben Sachi Miyachi.
Slide 4 - Slide
Maak kennis met de kunstenaar
Sachi Miyachi (Tokio, 1978) is een kunstenaar die mensen met haar kunst wil laten bewegen en nadenken.
Op de PowerPoint slide zie je 2 werken van Miyachi.
Het kunstwerk -
SLA JE SLAG OP DE BAAN – OEFENING IN OPTIMISME
Sla je slag!
Dit is
een golfbaan
Slide 5 - Slide
Een voorproefje van het kunstwerk
Laat de afbeeldingen in de PowerPoint zien en leg uit wat golf is en hoe een golfbaan eruitziet.
Het kunstwerk is namelijk een unieke golfbaan, gemaakt van restmaterialen van De Floriade 2022.
De baan heeft veel obstakels. Miyachi wil je laten zien dat je, net als in het leven, positief moet blijven, ook als iets fout gaat op de golfbaan/in het leven. Probeer het gewoon opnieuw!
Een obstakel is iets wat in de weg staat en je tegenhoudt om verder te gaan. Het kan bijvoorbeeld een stenen muurtje zijn waar je niet overheen kunt, of een moeilijk probleem dat je moet oplossen. Obstakels kunnen je soms lastigvallen, maar je kunt er vaak ook omheen of overheen werken!
Wie weet wat het woord OPTIMISME betekent?
En wie weet wat het woord PESSIMISME betekent?
Slide 6 - Slide
Wat is optimistisch en wat is pessimistisch?
Vraag aan de leerlingen wat zij denken dat "optimistisch" en "pessimistisch" betekent.
Leg vervolgnes uit wat de twee worden betekenen.
Optimistisch - Optimistische mensen geloven dat er goede dingen zullen gebeuren en dat problemen opgelost kunnen worden. Ze hebben vaak hoop voor de toekomst.
Pessimistisch - Pessimistische mensen denken vaak dat er slechte dingen gaan gebeuren en dat problemen moeilijk op te lossen zijn. Ze hebben vaak niet veel hoop voor de toekomst.
Hoe doe je als een ...
Slide 7 - Slide
Hoe voelt een pessimist zich?
Nodig een leerling uit om een pessimist uit te beelden. Vraag hoe ze praten, staan, welke gezichtsuitdrukking ze hebben.
Herhaal dit voor een optimist. Laat de klas het verschil zien.
Wat zeg je als een ...
Slide 8 - Slide
De optimist-pessimist-opdracht
Start de opdracht:
Laat leerlingen reageren op situaties die ze zien in de PowerPoint.
Laat steeds twee leerlingen opstaan, een pessimist, een optimist, laat de leerlingen naast hun uitspraak ook focussen op lichaamstaal, stemgebruik en mimiek.
Je fietsband lek is
Slide 9 - Slide
De situaties
Voor elke situatie gaan steeds twee leerlingen staan en reageren op de stelling. Een als optimist en een als pessimist.
Let op; Zorg dat ze duidelijk laten zien hoe een optimist of pessimist zich gedraagt. Denk hierbij aan hun uitspraak, lichaamstaal, stemgebruik en mimiek.
Je als enige aan tafel blijft om je groenten op te eten
Slide 10 - Slide
De situaties
Voor elke situatie gaan steeds twee leerlingen staan en reageren op de stelling. Een als optimist en een als pessimist.
Let op; Zorg dat ze duidelijk laten zien hoe een optimist of pessimist zich gedraagt. Denk hierbij aan hun uitspraak, lichaamstaal, stemgebruik en mimiek.
Je verliest bij een spelletje
Slide 11 - Slide
De situaties
Voor elke situatie gaan steeds twee leerlingen staan en reageren op de stelling. Een als optimist en een als pessimist.
Let op; Zorg dat ze duidelijk laten zien hoe een optimist of pessimist zich gedraagt. Denk hierbij aan hun uitspraak, lichaamstaal, stemgebruik en mimiek.
Je net niet je proefzwemmen haalt
Slide 12 - Slide
De situaties
Voor elke situatie gaan steeds twee leerlingen staan en reageren op de stelling. Een als optimist en een als pessimist.
Let op; Zorg dat ze duidelijk laten zien hoe een optimist of pessimist zich gedraagt. Denk hierbij aan hun uitspraak, lichaamstaal, stemgebruik en mimiek.
Je niet bent uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje van een vriend
Slide 13 - Slide
De situaties
Voor elke situatie gaan steeds twee leerlingen staan en reageren op de stelling. Een als optimist en een als pessimist.
Let op; Zorg dat ze duidelijk laten zien hoe een optimist of pessimist zich gedraagt. Denk hierbij aan hun uitspraak, lichaamstaal, stemgebruik en mimiek.
Het op schoolreisje vies weer is
Slide 14 - Slide
De situaties
Voor elke situatie gaan steeds twee leerlingen staan en reageren op de stelling. Een als optimist en een als pessimist.
Let op; Zorg dat ze duidelijk laten zien hoe een optimist of pessimist zich gedraagt. Denk hierbij aan hun uitspraak, lichaamstaal, stemgebruik en mimiek.
Je een rekensom moeilijk vindt
Slide 15 - Slide
De situaties
Voor elke situatie gaan steeds twee leerlingen staan en reageren op de stelling. Een als optimist en een als pessimist.
Let op; Zorg dat ze duidelijk laten zien hoe een optimist of pessimist zich gedraagt. Denk hierbij aan hun uitspraak, lichaamstaal, stemgebruik en mimiek.
Welke nieuwe woorden hebben we geleerd...
Optimistisch
Pessimistisch
Golfbaan
Golf
Obstakel
Slide 16 - Slide
Nieuwe woorden herhalen
Herhaal de vijf belangrijkste woorden:
Optimistisch: Iemand die positief is en gelooft dat alles goed zal komen.
Pessimistisch: Iemand die negatief is en denkt dat dingen slecht zullen aflopen.
Golf: Een sport waarbij spelers een bal met een stok in een hole proberen te slaan, meestal op een speciaal aangelegde golfbaan. Het doel is om de bal in zo min mogelijk slagen in de hole te krijgen.
Golfbaan: Een groot stuk grond waar mensen golf spelen, met gras en speciale banen.
Obstakel: Iets wat in de weg staat en je tegenhoudt om verder te gaan.
Vraag vijf leerlingen om elk een woord en de betekenis ervan te geven.
Vooruitblikken
Slide 17 - Slide
Vooruitblik
Bespreek met de leerlingen wat hen te wachten staat tijdens het bezoek aan Museum M. Vertel hoe de school naar M. reist, welke ouders meekomen en wanneer het bezoek gepland is.
Bespreek ook welk gedrag de school en M. graag willen zien in het museum, zodat de excursie extra leuk wordt. Denk hierbij aan: