Modalverben und Falle 3havo

Modalverben
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare school

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Modalverben

Slide 1 - Slide

DE REGELTJES
Voor de Modalverben in de verleden tijd gelden de volgende regels:
1. nergens een umlaut!
2. vervoeging zoals bij zwakke ww (machte, machtest, machte, machten, machtet, machten, machten) te, test, te, ten, tet, ten
3. 1e persoon enkelvoud (ich) en 3e persoon enkelvoud (er, sie, es) zijn exact hetzelfde in de v.t

Slide 2 - Slide

Modalverben im Präteritum

Slide 3 - Slide

wat is het verschil in betekenis tussen dürfen en mögen?

Slide 4 - Open question

wat betekent het werkwoord:
wissen?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Vul in in de verleden tijd:
Wie war das Wetter? ... ihr zelten?

Slide 7 - Open question

vul in in de verleden tijd:
Warum ... Sie zum Arzt, Herr Löffel?

Slide 8 - Open question

vul in in de verleden tijd:
Gestern ... ich meine Finger nicht mehr bewegen

Slide 9 - Open question

vul in in de verleden tijd:
Wir ... gestern alleine mit der U_bahn fahren

Slide 10 - Open question

vul in in de verleden tijd:
Martin ... schneller laufen, um den Bus nicht zu verpassen

Slide 11 - Open question

vul in in de verleden tijd:
Saskia ... letztes Jahr am Flughafen ein Praktikum machen

Slide 12 - Open question

vul in in de verleden tijd:
... du früher auch immer mit deinem Papa den Schnee räumen?

Slide 13 - Open question

vul in in de verleden tijd:
Ruben und Stefan ... letztes Wochenende leider nicht kommen

Slide 14 - Open question

Naamvallen

Slide 15 - Slide

Einde van dit onderdeel
Pak nu je Spick-o-theek erbij of het grammatica overzicht van hoofdstuk 2

Slide 16 - Slide

welke persoonlijke voornaamwoorden zijn er in het Duits

Slide 17 - Poll

Vul de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in:
(zij)... haben sich verletzt

Slide 18 - Open question

Vul de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in:
Ich darf (jij) .... nichts sagen, Romy

Slide 19 - Open question

Vul de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in:
Leute, wer hat (jullie) ... das denn er zählt?

Slide 20 - Open question

Vul de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in:
Wollen (wij) ... (zij) ... eind Karte schicken?

Slide 21 - Open question

Vul de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in:
(wij) ... werden es (hij) ... später mitteilen

Slide 22 - Open question

Vul de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in:
(hij) Hat etwas anders erzählt. Hast du (hij) ... die Wahrheit gesagt?

Slide 23 - Open question