Een pester pest nooit alleen. Hij is niets zonder zijn assistent. Iemand in de buurt waarop hij kan vertrouwen en die hem aanmoedigt in zijn gedrag.
De meeloper heeft niet in de gaten dat hij bijdraagt aan het pestproces. Onbewust keurt hij het gedrag van de pester en zijn assistent goed, door bijvoorbeeld te zwijgen of te lachen als er iets gebeurt. De meeloper zal zelf geen zichtbaar pestgedrag vertonen, maar verhoogt door zijn gedrag wel de status van de pester.
Het spreekwoord ’wie zwijgt stemt toe’ is van toepassing op de rol van de buitenstaanders. Dit is de grootste groep. Deze mensen weten dat er gepest wordt, maar ze doen niets. Ze lachen niet als er iets gebeurt, maar ze zullen er ook niets van zeggen. Juist door niets te doen, tolereren ze het gedrag van de pester en zijn assistent.
Het slachtoffer is degene die gepest wordt. Het slachtoffer wordt vaak gesteund door een verdediger. De verdediger zal niet direct iets doen, maar kan - als de pesters uit de buurt zijn - een grote steun zijn voor het slachtoffer, door bijvoorbeeld te zeggen dat hij het niet zo moet aantrekken.