This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Lezen
Argumentatiestructuren
Slide 2 - Slide
Doel
Aan het eind van deze les ken je de volgende argumentatiestructuren: - enkelvoudige argumentatie
- nevenschikkende argumentatie
- onderschikkende argumentatie
Slide 3 - Slide
Wat weet je al?
Slide 4 - Slide
Noteer een standpunt met een argument
Slide 5 - Mind map
Theorie
Slide 6 - Slide
Argumentatie
De schrijver kan zijn mening geven in de vorm van een standpunt.
Dit standpunt wordt onderbouwd met argumenten.
Het standpunt en de argumenten samen noem je ook wel een argumentatiestructuur.
Slide 7 - Slide
Twee soorten argumenten
1. feitelijke argumenten - kun je controleren
Ik ga liever niet naar de bioscoop in het centrum, want het is daar altijd druk.
2. waarderende argumenten - hier kan je over van mening verschillen
Ik ga liever niet naar de bioscoop in het centrum, want ik vind de stoelen niet lekker zitten.
Slide 8 - Slide
drie basisstructuren
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Slide 9 - Slide
Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.
HET WAS EEN LEUKE LES
⇑
DE DOCENT WAS IN EEN GOEDE BUI
Slide 10 - Slide
Bij nevenschikkende argumentatie gebruik je meer dan één argument. Bij onafhankelijkeargumenten staat ieder argument los van het andere Deze vorm van argumentatie is de sterkste argumentatiestructuur.
Slide 11 - Slide
Bij nevenschikkendeargumentatie met afhankelijke argumentatie, kan het ene argument niet zonder het andere argument: ze zijn van elkaar afhankelijk
Ik ga niet studeren in Leiden.
Mijn broer woont daar en ik wil niet in dezelfde stad wonen als mijn broer.
Slide 12 - Slide
Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument (ketenargumentatie).
Slide 13 - Slide
combinatie
Je kunt natuurlijk ook een combinatie hebben van nevenschikkende argumentatie (meerdere argumenten), die ondersteund worden (met onderschikkende/ subargumenten).
Slide 14 - Slide
Welke combinatie is dit?
Slide 15 - Slide
Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Het Dollard College is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
Slide 17 - Quiz
Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
Slide 18 - Quiz
Het Maerlant is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen kunnen zich ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
Slide 19 - Quiz
Het Dollard College is voor leerlingen van alle leeftijden een goede school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Voor volgende week maandag
Startopdracht + opdrachten 1 + 2
Blz. 76 t/m 79
Zelfstandig en stil
Slide 22 - Slide
Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
Zet in de chat welk nieuw leesboek je leest
timer
10:00
Slide 23 - Slide
Lezen
Argumentatiestructuren
Slide 24 - Slide
Huiswerk nakijken - klassikaal
Startopdracht + opdracht 1 + 2
Bladzijdes 76 t/m 78
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Weet je het nog?
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.
HET WAS EEN LEUKE LES
⇑
DE DOCENT WAS IN EEN GOEDE BUI
Slide 29 - Slide
Bij nevenschikkende argumentatie gebruik je meer dan één argument. Bij onafhankelijkeargumenten staat ieder argument los van het andere Deze vorm van argumentatie is de sterkste argumentatiestructuur.
Slide 30 - Slide
Bij nevenschikkendeargumentatie met afhankelijke argumentatie, kan het ene argument niet zonder het andere argument: ze zijn van elkaar afhankelijk
Ik ga niet studeren in Leiden.
Mijn broer woont daar en ik wil niet in dezelfde stad wonen als mijn broer.
Slide 31 - Slide
Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument (ketenargumentatie).
Slide 32 - Slide
Verzin een standpunt + argument bij een enkelvoudige argumentatie.
Slide 33 - Open question
Verzin een standpunt + argument bij een onderschikkende argumentatie.
Slide 34 - Open question
Verzin een standpunt + argument bij een nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk of afhankelijk).
Slide 35 - Open question
Maandag 31 januari
Opdracht 4
Lezen H3
blz. 79 t/m 81
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
Leg het huiswerk (opdracht 4 van Lezen H3 ) op de hoek van je tafel