1.5 Land van migranten

• aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Planning

Uitleg

Lijndiagram en staafdiagram

Cirkeldiagram en stroomdiagram

Migratie

= Verhuizen naar andere woonplaats.

• Emigrant = iemand die naar een ander land vertrekt.
• Immigrant = iemand die zich in een ander land vestigt.
• Je bent dus beiden!

Push en pull

Pushfactoren:

• Redenen om te vertrekken uit een gebied.
• Duwt je weg.

Pullfactoren:

• Redenen om naar een gebied toe te willen.
• Trekt je aan.

Opdracht

• Je werkt individueel, dus in stilte.
• Maak twee kolommen in je schrift. Eén met push en één met pull. 
• Noteer in elke kolom redenen om te verhuizen.
• In elke kolom heb je minstens vijf push- of pullfactoren!
• Klaar?
• Bedenk een push- en een pullfactor voor je eigen woonplaats!

Opdracht

• Je werkt in tweetallen.
• Overleg op fluistertoon.
• Vergelijk jouw kolommen met die van je buur.
• Vul de kolommen aan waar nodig.
• Welke pushfactor vinden jullie het belangrijkst? Waarom?
• Klaar?
• Welke pullfactor vinden jullie het belangrijkst? Waarom?

Sociale bevolkingsgroei

= Verandering van bevolkingsaantal door:

• Immigratie-Emigratie= vestiging/vertrekoverschot.
• Wat is dan natuurlijke bevolkingsgroei?

Migratie

Politieke migratie:

• Politieke redenen.
• Veiligheid (oorlog).
• Vluchtelingen.

Economische migratie:

• Werk of studie.
• Hogere lonen of betere opleiding.

Sociale migratie:

• Hereniging familie.
• Vrienden.

Migratie

• Remigratie:
  

• Permanent terugkeren naar oorspronkelijk land.
• Cirkelmigratie:
• Regelmatig heen en weer migreren.
• Seizoensarbeid.

Afsluiting

Welke push- en pullfactoren spelen een rol bij migratie naar en van Iran?

Welke vormen van migratie zijn er?

Waarom vluchten mensen uit Iran?