3.7 Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom bij deze les!

Wat gaan we deze les doen?

- Theorie van H3.7 Grammatica (toetsonderdeel)

- Opdrachten hier bij LessonUp

- Huiswerk maken

Je weet al:

• hoe je de persoonsvorm kunt vinden
• hoe je het onderwerp kunt vinden
• hoe je het werkwoordelijk gezegde kunt vinden

Leerdoel

• Aan het einde van de les kan je een lijdend voorwerp in de zin achterhalen. 
  
  
• Aan het einde van de les weet je hoe je een meewerkend voorwerp kan vinden. 

Kort herhalen

• Persoonsvorm
• Werkwoordelijk gezegde
• Onderwerp

Wat is GEEN mogelijkheid om de persoonsvorm te achterhalen?

1. Zin vragen maken
2. De tijd in de zin veranderen
3. De zin omdraaien
4. Het aantal van de zin veranderen

Wat is de PV in deze zin?

De leraar heeft vandaag lesgegeven.

1. De leraar
2. heeft
3. vandaag
4. gegeven

Werkwoordelijk gezegde

Alle werkwoorden in de zin

Wie weet naar wie ik de brief moet sturen?

Gisteren ontving ik de brief die mijn broer heeft geschreven.

Ik wilde graag langskomen, maar ik moest onverwachts werken.

Onderwerp

Na het WG zoek je het onderwerp:

Wie/wat + WG?

De leraar heeft vandaag lesgegeven. 

WG = heeft lesgegeven

Wie heeft lesgegeven? De leraar

Welke vraag kan je stellen om het lijdend voorwerp te achterhalen?

Lijdend voorwerp

Je weet het werkwoordelijk gezegde + onderwerp

Wie/wat + WG + O 

Suus wilde haar huiswerk vandaag afronden.


Wat is het lijdend voorwerp?

1. Suus
2. haar huiswerk
3. vandaag
4. afronden

Wij hebben de bidons met water gevuld.

  WG

    PV

     O

    LV

Meewerkend voorwerp

AAN wie/wat + WG + LV + O

Het werkt mee met het onderwerp, werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp.

Wat is het meewerkend voorwerp?

Bart gaf het geleende boek terug aan de docent.

1. Bart
2. gaf
3. het geleende boek
4. de docent

opdracht 3

ontleden   (pv-wg-ow-lv-mv)

1. Mijnheer Kuiper geeft ons altijd veel huiswerk op.

2. Meestal gaat de fietsenkelder om vier uur dicht.

3. In de gymzaal lag een grote plas water.

4. Tijdens de grote pauze hebben de jongens een              voetbal op het dak geschopt.

5. Wil jij dat briefje aan de concierge geven?

Ontleed de zinnen

opdracht 3

antwoorden

1. Mijnheer Kuiper geeft ons altijd veel huiswerk op.

2. Meestal gaat de fietsenkelder om vier uur dicht.

3. In de gymzaal lag een grote plas water.

4. Tijdens de grote pauze hebben de jongens een              voetbal op het dak geschopt.

5. Wil jij dat briefje aan de concierge geven?

------------------------------------------------------------------------

Waar geven de overgebleven zinsdelen antwoord op?

Aan de slag

H3.7
Opdracht 1, 3 t/m 6