Intervisie periode 7- les 4

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 3

Intervisie periode 11

18-3

Les 4 -Wat zijn kwaliteiten & valkuilen?

Lesplanning 

• Voorkennis activeren
• Instructie
• Uitvoeren: opdracht
• Les afsluiting

Wat hoop je dat ze over jou zeggen als je weggaat bij je stage?

Kwaliteiten

Iedereen is wel ergens goed in. Misschien ben je wel heel creatief of werk je nauwkeurig of kun je goed met mensen omgaan. Als je weet waar je talenten liggen, weet je beter wat je bij samenwerkingsopdrachten of toekomstige werkgevers te bieden hebt.

Valkuilen

• Iedere kwaliteit heeft zijn valkuil.
  
• Valkuilen > slechte eigenschappen
  
• Een valkuil is dan ook een eigenschap of kwaliteit die je te veel  inzet en       laat zien. 
  

Een kwaliteit wordt automatisch een valkuil als je er het woord ‘te’ voorzet (behalve dan bij ‘te’vreden). Een valkuil kun je ook zien als een uitdaging om aan te werken, zodat het weer een kwaliteit kan worden.

Noem 1 valkuil van jezelf.

Noem 1 kwaliteit van jezelf.

Valkuilen herkennen...

• Wat ik bij anderen relativeer is …
• Anderen verwijten mij dat ik …
• Ik rechtvaardig mijzelf in …
• Ik krijg wel eens naar mijn hoofd geslingerd …
• Onder druk verval ik soms in …

Kernkwaliteiten opsporen...

• Anderen waarderen mij om …
• Ik vind het heel gewoon …
• Anderen moedig ik aan om …
• Van anderen eis ik dat …
• In anderen stimuleer ik …

Uitdagingen opsporen...

• Ik mis in mijzelf …
• Anderen wensen mij toe dat ik …
• In anderen bewonder ik …
• Ik ben wel eens jaloers (geweest) op …
• Wat ik nodig heb om als mens compleet te zijn is …
• Wat ik nodig heb om als mens meer in harmonie te zijn met     mijzelf is …

Kwaliteit = zorgvuldig,
Wat is de valkuil?

1. ontspannen
2. besluiteloos
3. druk
4. impulsief

kwaliteit = zorgvuldig
valkuil = besluiteloos
uitdaging = ???????

1. rustig
2. druk
3. eerst denken, dan doen
4. knopen doorhakken

Kwaliteit = zorgvuldig
Valkuil = besluiteloos
Uitdaging = knopen doorhakken
allergie = ????

1. sloom
2. zelfverzekerd
3. te impulsief
4. actief

Wat was makkelijker
en waarom denk je
dat dat zo is?

Opdracht

- Met wie heb je veel moeite (denk breed). Welke leerling?

- Beschrijf het gedrag van de ander waar jij je aan stoort.

- Met welke kwaliteit van de ander heeft dit te maken?

- Beschrijf waar deze persoon zich bij jou aan zal ergeren.

- Welke kwaliteit van jou staat hier tegenover?

Zie je een mogelijkheid om met deze persoon in gesprek te gaan over kwaliteiten en valkuilen?

- Wat is voor jou en voor de ander een uitdaging?

Volgende week

En volgende week ....

Gaan we kijken naar de kwaliteiten en valkuilen van de praktijkbegeleider.