Les 1 Unité 2

Bonjour et bienvenue!
Comment ça va?
C'est quelle date aujourd'hui?

1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Bonjour et bienvenue!
Comment ça va?
C'est quelle date aujourd'hui?

Slide 1 - Slide

La semaine 40:                                                                                        
lundi mardi et mercredi, le onze, le douze et le treize octobre       


Deze week doen we: 
- dinsdag: spreekvaardigheidsspel en intro Unité 2
- woensdag: mk 2.1 en doornemen apprendre 1

Slide 2 - Slide

Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag: spreekspelletje en intro

1. Uitleggen spel en zitten in kring
2. Intro Unité 2 en lez. 2.0
3. évaluation
4. Devoirs: rien

Slide 3 - Slide

Le but d'aujourd'hui: 
Aan het einde van de les weet je wat meer van het Frans en Frankrijk en heb je spreekvaardigheid geoefend

Slide 4 - Slide

De spreekketting:
Dit ga je leren:
- een gesprekje voeren in het Frans;
- jezelf voorstellen;
- vragen stellen;
- Franse vraagwoorden gebruiken;
- antwoord geven op een vraag (in hele zinnen).

Slide 5 - Slide

Voorbereiding:

 
Bedenk – alleen of in tweetallen – zoveel mogelijk Franse vragen en antwoorden en schrijf ze op. Laat je inspireren door de voorbeeldzinnen uit de volgende slide of uit de “French Greeting Song“. 

Slide 6 - Slide

Voorbeeldvragen: Antwoorden:
Ça va? (Hoe gaat het?)                                    Ça va bien! (Het gaat goed.)
Comment tu t’appelles? (Hoe heet je?)  Je m’appelle…. (Ik heet…).
Et toi? (En jij?)                                                      Je m’appelle…. (Ik heet…).
Tu habites où? (Waar woon je?)                  J’habite à …(Ik woon in ….).
Tu as quel âge? (Hoe oud ben je?)            J’ai 10 ans (Ik ben 10 jaar).
Qu’est-ce que c’est? (Wat is dat?)            C’est un(e) …(Het is een…).
Quelle heure est-il? (Hoe laat is het?)     Il est 4 heures (Het is 4 uur).
Où es-tu? (Waar ben je?)                              Je suis à l’école.(Ik ben op school).
 

Slide 7 - Slide

Zo gaat het spel:

 
Ga in een kring zitten en wijs een spelleider aan. De spelleider zorgt dat het spel vlot loopt en dat iedereen zich aan de spelregels houdt.
Het kind dat rechts van de spelleider zit mag beginnen (= speler 1).
Speler 1 stelt een Franse vraag aan degene die rechts naast hem zit (= speler 2). Je mag zelf kiezen wat voor vraag (zie voorbeelden hierboven).
Speler 2 antwoordt met een hele Franse zin. Daarna stelt hij/zij en een Franse vraag aan degene rechts naast hem zit (= speler 3).
Speler 3 antwoordt en stelt een vraag aan speler 4 enzovoort. Zo vorm je als het ware een gespreksketting. Hoe sneller je antwoordt, hoe leuker. Maar denk eraan: iedere vraag mag maar één keer gesteld worden!
Weet je geen vraag meer? Dan ben je af en mag je niet meer meedoen.
Het spel gaat net zo lang door tot er nog maar één speler over is. Dat is de winnaar.
NB. Je kunt het spel makkelijker maken door iedere keer als een kind een vraag toegevoegd heeft, samen de hele ‘ketting’ te herhalen (alle voorgaande vragen en antwoorden). Je kunt het spel moeilijker maken, door spelers te laten afvallen als ze verkeerd of te traag antwoorden.
 


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Waar denk je dat Unité 2 over gaat:
moi et les autres

Slide 10 - Mind map