3.3 Water op aarde

3.3 Water op aarde
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

3.3 Water op aarde

Slide 1 - Slide

Hitler had een grote haat aan joden. Deze haat tegen joden was niet Hitler's uitvinding maar heet:
A
Krediet
B
Totalitaire staat
C
Antisemitisme
D
Nationaal-Socialisme

Slide 2 - Quiz

Veel Europese landen hadden het moeilijk na de Eerste Wereldoorlog. Hoe kon het dat het wel heel goed ging met Amerika?

Slide 3 - Open question

3.3 Water op aarde

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet hoe water verdeeld is over de aarde en hoe de waterkringloop werkt.
  2. Je begrijpt hoe rivieren die uit gletsjers zijn ontstaan, verweringsmateriaal verplaatsen.
  3. Je kan uitleggen welke verschillen er zijn tussen gletsjerrivieren, regenrivieren en gemengde rivieren.
  4. Je begrijpt waarom er in Nederland veel grind, zand en klei door de rivieren wordt afgezet.



Slide 5 - Slide

Waterkringloop
  • Meer dan 70% van de aarde is water!
    - Ongeveer 97% zout water

  • Tekort aan (zoet) water steeds vaker een probleem
    - Potentieel probleem voor in de toekomst!

Slide 6 - Slide

Korte Waterkringloop
We vergelijken twee waterkringlopen: de korte en de lange

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Korte Waterkringloop
We vergelijken twee waterkringlopen: de korte en de lange

  • De korte waterkringloop
  1. De zon verdampt water
  2. De damp stijgt op en vormt een wolk
  3. De wolk regent weer terug in de zee of op land

Slide 9 - Slide

Lange waterkringloop
We vergelijken twee waterkringlopen: de korte en de lange


  • De lange waterkringloop
  1. Water regent neer op het land
  2. Stroomt via grondwater of rivier terug naar de zee
  3. Sneeuw hoog in de bergen kan het soms langer vasthouden

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Gletsjers
  • Sneeuw valt hoog in de bergen in dikke lagen
    - Door druk wordt het ijs
  • Zwaartekracht schuift de ijsmassa langzaam naar beneden
    - Een soort van rivier van ijs: een gletsjer

  • Wanneer het laag genoeg komt en smelt: een gletsjerrivier

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 3.3
BK: Opdracht 1 t/m leerstof 3

Slide 14 - Slide

Gletsjers
  • 's Nachts vriest het vaak maar overdag kan ijs smelten
  • Gesmolten ijs dat weer bevriest zet uit
    - Ontstaan van verweringsmateriaal (rotsen/keien/stenen)

  • Grote stenen blijven bovenin de berg waar de rivier snel stroomt
  • Hoe lager je komt hoe kleiner het verweringmateriaal 

Slide 15 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 3.3
BK: Opdracht 1 t/m leerstof 4
KM: Opdracht 1 t/m leerstof 3

Slide 16 - Slide

3.3 Water op aarde

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet hoe water verdeeld is over de aarde en hoe de waterkringloop werkt.
  2. Je begrijpt hoe rivieren die uit gletsjers zijn ontstaan, verweringsmateriaal verplaatsen.
  3. Je kan uitleggen welke verschillen er zijn tussen gletsjerrivieren, regenrivieren en gemengde rivieren.
  4. Je begrijpt waarom er in Nederland veel grind, zand en klei door de rivieren wordt afgezet.



Slide 18 - Slide

Soorten rivieren
  • 2 soorten water bij rivieren:
  1. Smeltwater: Water van gesmolten ijs / gletsjers
  2. Regenwater: Water van regen
  • Wanneer beide in een rivier zitten: gemengde rivier
  • De Rijn: gemengde rivier ||| De Maas: een regenrivier

  • Stroomgebied: Het gebied waar het water stroomt naar zee

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Water en sedimentatie
  • Water dat we zien noemen we oppervlaktewater
    - Onder de grond is grondwater

  • Nederland is een erg plat land
  1. Hoog in de bergen stroomt de rivier snel
  2. Laag bij Nederland stroomt de rivier traag

Slide 21 - Slide

Water en sedimentatie
  • Hoe trager de rivier is, hoe kleiner verweringsmateriaal zinkt

  1. Hoog in de bergen: Snel water en dus grote stenen die zinken
  2. Laagland: Traag water en dus kleine stenen/klei/zand
  • Sedimentatie: Het zinken van verweringsmateriaal in een rivier. 

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 3.3
Opdracht 1 t/m samenvatting

Slide 23 - Slide