Incongruentie H3d/H3c

Nederlands 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands 

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Je kan incongruentie herkennen en verbeteren.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Slide

Congruent/incongruent?

De leerlingen  doen erg hun best.
OF
De leerlingen  doet erg hun best.


Slide 5 - Slide

Lastiger voorbeeld
De zwerm bijen valt de imker aan.

OF

De zwerm bijen vallen de imker aan.



Slide 6 - Slide

De zwerm bijen valt de imker aan.
Deze zin is goed:
  • onderwerp = de zwerm --> enkelvoud
  • persoonsvorm = vliegt --> enkelvoud
  • onderwerp en persoonsvorm zijn CONGRUENT.

Slide 7 - Slide

incongruentie: oorzaak 1

Slide 8 - Slide

incongruentie: oorzaak 2

Slide 9 - Slide

incongruentie: oorzaak 3

Slide 10 - Slide

incongruentie: oorzaak 4

Slide 11 - Slide

Welke zin is goed / congruent?
A
Een grote groep jongeren houdt niet van Nederlandstalige muziek.
B
Een grote groep jongeren houden niet van Nederlandstalige muziek

Slide 12 - Quiz

Welke zin is goed/congruent
A
Op Museumdag zijn de meeste musea gratis toegankelijk
B
Op Museumdag is de meeste musea gratis toegankelijk

Slide 13 - Quiz

Een woedende menigte voetbalsupporters hebben dertien winkelruiten vernield.
A
congruent (=goed)
B
incongruent (=fout)

Slide 14 - Quiz

Welke zin is goed/congruent
A
Een paar sneakers kosten hier slechts 50 euro.
B
Een paar sneakers kost hier slechts 50 euro.

Slide 15 - Quiz

De meerderheid van de leerlingen uit het Stanislascollege woont in Pijnacker
A
congruent
B
incongruent

Slide 16 - Quiz

Minder dan de helft van de stemmen ......... geteld bij de finale van de talentenjacht.
A
is
B
zijn

Slide 17 - Quiz

Aan de slag!
H6: opdracht 1 en 2 (pag. 188/189)
timer
1:00

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide