• Maak een tabel met drie kolommen. Schrijf boven de kolommen: mannelijk – vrouwelijk – niet mannelijk of vrouwelijk.
• Zet de delen in de juiste kolom: bloemkelk – bloemkroon – eicel – helmdraad – helmknop – kelkbladeren – kroonbladeren – meeldraad – stamper – stempel – stijl – stuifmeelkorrel – vruchtbeginsel – zaadbeginsel.
Eerste 5 minuten stil
Daarna eventueel fluisteren
Klaar? Maak de
test jezelf van 6.1