W16 FR 1HM H4 les 4

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Pendant ce cours:

corriger les devoirs

faire des exercices

aanwijzingen elo leermiddelen

test jezelf grammaire

> Lesdoel: Aan het einde van deze les heb je de vocabulaire, het bezittelijk voornaamwoord en de lidwoorden herhaald. 

- Vaardigheid: lezen

Leerjaar: 1 havo en 1 havo mavo Frans,

Planning lundi 13 - vendredi 17 avril:

Fais les exercices en ligne (online)/ dans ton cahier d'exercices (werkboek).

De antwoorden van vorige week en deze week komen er volgende week op.

Les devoirs chapitre 4: > exercice 19, 20 vocabulaire, 

                                                        > ex. 22 les verbes 

              > ex. 23 het bezittelijk voornaamwoord et les articles (de lidwoorden

                                                           > ex. 25 lire a,b,c et d 

!!!!!!!!!!!! LEREN: herhalen bron A, B  en D chapitre 1

             

Welke lidwoorden en de
betekenis kennen wij al??

Welke 11 lidwoorden heeft de Franse taal??

1. Maintenant on va regarde le vidéo. Il s'agit des articles que vous devez apprendre.

2. Ensuite nous allons répondre aux questions du quiz

Bonne chance à vous!!

Zojuist heb je het filmpje bekeken. Wat weet je nog??
- la is

1. enkelvoud mannelijk
2. enkelvoud vrouwelijk

Vul het lidwoord in.
Kies uit: le/la/les/l' ___ frères.

1. le
2. la
3. les
4. l'

Vul het lidwoord in.
Kies uit: le/la/les/l' ___ maison

1. le maison
2. la maison
3. les maison
4. l'maison

Regel:

- woorden die eindigen op een -e zijn VAAK!! vrouwelijk.

> bijvoorbeeld: mère (moeder), amie, copine.

!!Maar soms is een woord dat niet op een -e eindigt ook vrouwelijk. Uitzondering zoals: la maison (het huis)

Hoe herken je mannelijke worden zodat je een mannelijk lidwoord kan uitkiezen??

Hoe vond je deze Franse les?

1. beetje leuk
2. saai:(
3. leerzaam
4. erg leuk:)

Wat helpt er bij jou bij het
leren van woorden/zinnen?

Tips voor het leren van woorden

(volgende week neem ik tips van jullie mee van de vorige dia)

> Korte stukjes HERHALEN op meerder dagen (5 min. elke dag).

> Spreek het woord hardop uit/ schrijf het woordje op. (Uit onderzoek blijkt dat hoe meer zintuigen je gebruikt hoe beter je het onthoudt).

 > Woordweb maken

> quizzlet/wrts gebruiken (mondeling overhoren kan ook door iemand).

> Sorteer de woorden (op alfabet, alle werkwoorden in een tabel).

> Schrijf het woord op een kaart en de vertaling op de andere kant (maak er een leuke spel van). 

> Voor de creatieven onder ons, teken iets kleins bij het woord zelf.