What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H3 Grammatica zinsdelen - verwijzen
H3 grammatica zinsdelen: verwijzen
1 / 10
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
10 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H3 grammatica zinsdelen: verwijzen
Slide 1 - Slide
In H1 hebben we geleerd wat bijvoeglijke bijzinnen zijn.
In H2 hebben we het bij zinsdelen gehad over (foutieve) samentrekkingen (met zinnen).
- Je leert over verwijzen.
- Je kan de juiste verwijswoorden gebruiken.
Het begrip verwijswoord en het antecedent.
Verwijzen naar een zelfstandig naamwoord.
Nederlands H3 Grammatica zinsdelen, blz. 92-93
Startopdracht.
Opdracht 1-2-3-4
Hoe ging het?
Slide 2 - Slide
Verwijswoorden
In plaats van een woord veel te herhalen, gebruik je verwijswoorden.
Met een verwijswoord wijs je terug naar een of meer woorden die eerder genoemd zijn.
Slide 3 - Slide
Verwijswoorden
Verbanden tussen woorden en zinnen kunnen aangegeven worden met verwijswoorden.
Hij, ze, hem, haar, het, deze, die, dat, dit, wat.
Slide 4 - Slide
Verwijswoorden
Het-woorden
(enkelvoud, onzijdig) --> dat, dit, het zijn
De-woorden
(enkelvoud, mannelijk) --> die, deze, hij, zijn, hem
De-woorden
(enkelvoud, vrouwelijk) --> die, deze, zij, haar, ze
De-woorden
(Meervoud) --> die, deze, zij, ze, hen, hun
Slide 5 - Slide
Verwijswoorden
Het-woorden zijn onzijdig.
Namen van landen, provincies, steden en clubs, en ook verkleinwoorden, zijn OOK onzijdig.
Slide 6 - Slide
Verwijswoorden
De-woorden zijn makkelijk of vrouwelijk
. De volgende woorden zijn vrouwelijk:
-
vrouwelijke personen en dieren
: de bibliothecaresse, de wolvin, de vrouw
-
de-woorden met de volgende uitgangen
:
-heid
(waarheid),
-ing
(viering),
-nis
(droefenis),
-schap
(vriendschap),
-st
(vondst),
-te
(verte),
-ij
(partij,
-de
(methode),
-ie
(televisie),
-iek
(fabriek),
-theek
(discotheek),
-teit
(kwaliteit),
-tuur
(cultuur)
Slide 7 - Slide
Verwijswoorden
Als je van een woord niet kunt vaststellen
of het makkelijk of vrouwelijk is, mag je het
beschouwen als mannelijk.
Je kunt dit ook opzoeken in een woordenboek:
Kijk hier maar eens naar het woord 'schoen'.
Daarachter zie je m. voor het geslacht (en
daarachter
de meervoudsvorm tussen haakjes).
Slide 8 - Slide
Verwijswoorden in schema
Kies het juiste verwijswoord:
mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze
Slide 9 - Slide
Maken
Maak de startopdracht en opdracht 1 t/m 4.
Blz. 92-93
Slide 10 - Slide
More lessons like this
H3 Grammatica zinsdelen - verwijzen
May 2024
- Lesson with
10 slides
H3 Grammatica zinsdelen - verwijzen
July 2023
- Lesson with
10 slides
07 03 24 Verwijzen
March 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
HAVO 3 - NN H3 Grammatica zinsdelen - verwijzen
May 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H3 (zinsontleden, verwijzen)
November 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3aha H3 Grammatica Zinsdelen (Verwijzen)
December 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 Grammatica - Verwijzen
February 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammatica H3: verwijzen
November 2023
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3