Ik weet hoe ik in het Duits kan vertellen hoe laat het
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wichtige Wörter:
ein Uhr = een uur
eine Stunde = een lesuur
eine Viertelstunde = een kwartier
eine halbe Stunde = een half uur
ein Viertel = een kwart
halb = half
vor = voor
nach = over
Slide 5 - Slide
De volgende 5 slides ga je mondeling oefenen met je buurman/buurvrouw.
Auf Deutsch natürlich!
Slide 6 - Slide
Voorbeeld:
Vraag: Wie spät ist es? (Hoe laat is het?)
Es ist....(Het is).....
Antwoord: Es ist sieben Uhr.
Slide 7 - Slide
Vraag: Wie spät ist es?
Antwoord: Es ist.........
Slide 8 - Slide
Vraag: Hoe laat is het?
Antwoord: Het is.......
Slide 9 - Slide
Vraag: Hoe laat is het?
Antwoord: Het is.............
Slide 10 - Slide
Vraag: Hoe laat is het?
Antwoord: Het is...............
Slide 11 - Slide
Gibt es noch fragen?
Slide 12 - Slide
Na deze kennismaking met de kloktijden, kun je zelfstandig met de volgende 3 slides met de link naar een site om verder te oefenen.
Viel Erfolg!
Slide 13 - Slide
even oefenen
Op de volgende site moet je de kloktijden aanvullen. Het begin van de zin staat er al, jij vult de kloktijden in het Duits aan.
Slide 14 - Slide
www.education.vic.gov.au
Slide 15 - Link
even oefenen
Op de volgende site zie je bovenin steeds een klok staan met een tijd erin. Eronder staan allerlei tijden in het Duits uitgeschreven. Jij moet je goede zo snel mogelijk aanklikken.
Slide 16 - Slide
www.education.vic.gov.au
Slide 17 - Link
even oefenen
Op de volgende site moet je het antwoord aanvullen. Denk erom dat je de getallen uitschrijft, dus niet "5", maar "fünf".