Wereldsteden: ontdek de groei van de grootste en bekendste steden ter wereld!

Wereldsteden: ontdek de groei van de grootste en bekendste steden ter wereld!

Leerdoel

Aan het einde van de les kan je een aantal wereldsteden benoemen en uitleggen waarom deze steden groeien.

Dit leerdoel wordt aan het begin van de les gepresenteerd zodat de studenten weten wat ze kunnen verwachten.

Wat weet jij al over wereldsteden en waarom deze steden groeien?

Wat zijn wereldsteden?

Wereldsteden zijn de grootste en belangrijkste steden ter wereld.

Laat afbeeldingen zien van enkele wereldsteden en vraag de studenten of ze deze steden herkennen.

Lijst van wereldsteden

New York, Tokyo, Parijs, Londen, etc.

Presenteer een lijst van wereldsteden en vraag de studenten om er een aantal te kiezen om meer over te leren.

Waarom groeien deze steden?

Wereldsteden groeien vanwege economische, politieke en culturele factoren.

Leg uit waarom wereldsteden groeien en geef enkele voorbeelden van deze factoren.

What are the reasons why cities grow?

1. Economic, political, and cultural factors
2. Social, environmental, and geographical factors
3. Historical, linguistic, and demographic factors
4. Technological, educational, and religious factors

Economische groei

Wereldsteden zijn belangrijke centra voor handel, financiën en zakelijke activiteiten.

Laat afbeeldingen zien van bedrijven die zich in wereldsteden bevinden en vraag de studenten om bedrijven te noemen die ze kennen.

Waarom groeien wereldsteden?

1. Vanwege de afwezigheid van concurrentie.
2. Vanwege economische, politieke en culturele factoren.
3. Vanwege de klimaatverandering.
4. Vanwege religieuze redenen.

Wat zijn wereldsteden?

1. De grootste en belangrijkste steden ter wereld.
2. Kleine en onbelangrijke steden.
3. Steden zonder economische groei.
4. Steden met weinig inwoners.

Politieke groei

Wereldsteden zijn vaak de hoofdsteden van landen en hebben dus een belangrijke politieke functie.

Laat afbeeldingen zien van politieke gebouwen en vraag de studenten om te benoemen welke functie deze gebouwen hebben.

Culturele groei

Wereldsteden hebben vaak een diversiteit aan culturen en mensen.

Laat afbeeldingen zien van verschillende culturen en vraag de studenten om te benoemen welke culturen ze kennen.

Opdracht 1: Raad het werelddeel

Bekijk de afbeelding van een wereldstad en raad op welk werelddeel deze stad zich bevindt.

Laat afbeeldingen zien van verschillende wereldsteden en vraag de studenten om te raden op welk werelddeel deze stad zich bevindt.

Opdracht 2: Benoem de wereldstad

Bekijk de afbeelding van een wereldstad en benoem de naam van deze stad.

Laat afbeeldingen zien van verschillende wereldsteden waarvan de namen niet zijn genoemd en vraag de studenten om de naam te benoemen.

Opdracht 3: Vergelijk wereldsteden

Kies twee wereldsteden en vergelijk deze steden op economische, politieke en culturele factoren.

Laat de studenten in groepjes van twee of drie werken en geef ze de opdracht om twee wereldsteden te vergelijken op economische, politieke en culturele factoren.

Opdracht 4: Verdedig jouw wereldstad

Kies jouw favoriete wereldstad en verdedig waarom deze stad de beste is.

Laat de studenten in groepjes van vier of vijf werken en geef ze de opdracht om hun favoriete wereldstad te kiezen en te verdedigen waarom deze stad de beste is op basis van economische, politieke en culturele factoren.

Begrippenlijst

Wereldsteden, economische groei, politieke groei, culturele groei

Presenteer een begrippenlijst met definities van de belangrijkste termen uit de les.

Succescriteria

Je kan een aantal wereldsteden benoemen en uitleggen waarom deze steden groeien.

Herhaal het leerdoel en presenteer de succescriteria zodat de studenten weten wat ze hebben geleerd en wat ze moeten kunnen doen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.