A6sp8 - Periode 3 - les 11 - GSE (13-03-2023)

Bienvenidos

LESSONUP klascode: bfsjw
Meld je aan via de link in magister 29-08-2022


1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos

LESSONUP klascode: bfsjw
Meld je aan via de link in magister 29-08-2022


Slide 1 - Slide

Metas / Objetivos (doelen)
Spreek- en gespreksvaardigheid:  
Je verbetert je spreek- en gespreksvaardigheid tot ERK-niveau B1/B1+. 

Leesvaardigheid:  
Je verbetert je lees- en toetsvaardigheid met het oog op het Centraal Schriftelijk Eindexamen, ERK-niveau B2. 

Grammatica/Vocabulaire:  
Je verbetert je kennis van werkwoorden (herkenning en toepassing), grammatica, voor- en achtervoegsels, examenvocabulaire, zodanig dat het bijdraagt aan je tekstbegrip en aan je mondelinge vaardigheden. 

Slide 2 - Slide

Programa
INFO / DEBERES
LECTURA vwo 2018-2: opdrachten bij tekst 4 en 5
REFLEXIÓN + DEBERES




Slide 3 - Slide

Toetsen en opdrachten, zie studiewijzer!!!
Tussentoets, 10 maart 2023, examenvocab. temático + leesvaardigheid, toetsduur .....

Toetsweek: 
spreek- en gespreksvaardigheid (dus incl. vraaggesprek, improvisatie)

Portfolio: zie bovenaan studiewijzer
  • Examen VWO 2019-2 incl. reflectie (inleveren uiterlijk 24 februari 2023) -> 15/28 ingeleverd
  • Vocab-dossier oef. 27-32 (inleveren uiterlijk 24 februari 2023) -> 13/28 ingeleverd
  • Glosario (inleveren uiterlijk 15 maart 2023), zie uitleg in studiewijzer


Slide 4 - Slide

Los deberes fueron:
Estudiar:  
  • herhalen voor- en achtervoegsels ivm woordherkenning in leesteksten, libro de referencia p.39-40 
  • Vocabulario LA SALUD, zodat je deze woorden herkent bij het maken van leesteksten. 
Hacer:  
  • afmaken CSE 2018-2 tekst 1-3 indien nog niet af  -> vragen over stellen
  • afmaken spreekvaardigheid H9 D, oef 23a (p.66) + Ga naar het antwoordblad en vergelijk jouw eigen tekst van oefening 23a met het voorbeeld. Noteer vervolgens de verschillen qua structuur, signaalwoorden, werkwoordstijden, woordkeus en check je grammatica (bijv. mnl/vrl) -> Noteer welke tips je hieruit haalt voor je eigen mondeling. -> volgende slide






Slide 5 - Slide

Tips voor jouw
mondeling examen op basis
van oefening 23a

Slide 6 - Mind map

vwo2018-2, texto 4 (intensief lezen) + tekst 5 (interview)
  1. Werken in tweetallen, maar beide leerlingen schrijven zelf.
  2. GEEN COMPUTER, alléén woordenboek en papier. Je schrijft handmatig.
  3. Je vertaalt nauwkeurig geheel tekst 4 en schrijft de vertaling op. 
  4. Daarna maak je de vragen van tekst 4 + je noteert bij iedere vraag jouw motivatie om voor dat specifieke antwoord te kiezen. Verwijs daarbij naar tekstgedeeltes en regelnummers.
  5. Daarna maak je tekst 5. Noteer ook welke strategie(en) je toepast.
  6. Laat je werk aan de docent zien.
  7. Daarna de vragen nakijken, reflectie schrijven en uploaden op teams. Iedere leerling uploadt het werk. Omdat je handmatig op papier schrijft, maak je foto's om te uploaden.
IMPORTANTE: Denk hardop, maak notities in de kantlijn.
NOTEER per tekst ca. 3 woorden in je glosario. Leer ze uit je hoofd en herhaal deze woorden regelmatig. 


       

Slide 7 - Slide

Deberes para la próxima clase
Estudiar:  
Vocabulario LA ECONOMÍA S-N (lijst staat op teams) 
Lenguateca uit libro de referencia ‘Hablar’ p.51 en verder, om te gebruiken in je mondeling 

Hacer:  
afmaken CSE 2018-2 tekst 4-5 
voorbereiden mondeling, zodat je er vragen over kunt stellen tijdens de les 

Slide 8 - Slide

Apunta verbos y frases.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

het zelfvertrouwen (p.1)
A
el bienestar
B
el dopaje
C
la autoestima
D
la convivencia

Slide 12 - Quiz

gezellig zijn (p.1-2)
A
tener verguënza
B
pelearse con
C
ser acogedor
D
caer bien

Slide 13 - Quiz

verslechteren (p.2)
A
descargar
B
reprochar
C
mejorar
D
empeorar

Slide 14 - Quiz

de aanrijding (p.2)
A
el peatón
B
la pantalla
C
la acera
D
el atropello

Slide 15 - Quiz

de file (p.2)
A
el volante
B
el freno
C
las afueras
D
la caravana

Slide 16 - Quiz

de traan (p.1-3)
A
el alma
B
el lanzamiento
C
la telebasura
D
la lágrima

Slide 17 - Quiz

de muis (p.3)
A
el sudor
B
el enlace
C
el disfraz
D
el ratón

Slide 18 - Quiz

zwanger (p.3)
A
embarazada
B
herida
C
devastada
D
enamorada

Slide 19 - Quiz

Vocab temático p.4:

er kapot van zijn

A
estar resfriado
B
estar embarazada
C
estar devastado
D
estar agotado

Slide 20 - Quiz

Vocab temático p.6:

bepleiten
A
apoyar
B
abogar
C
castigar
D
llamar

Slide 21 - Quiz

Vocab temático p.6:

iets beheren
A
cometer un atentado
B
detener a alguien
C
asesinar a alguien
D
gestionar algo

Slide 22 - Quiz

Vocab temático p.5:

werkloos zijn

A
suspender un examen
B
aprobar un examen
C
estar en paro
D
ser despedido

Slide 23 - Quiz

Vocab temático p.5:

de schaarste, het gebrek
A
la ola
B
la escasez
C
el terremoto
D
la tierra

Slide 24 - Quiz

Vocab temático p.5:

de aardbeving
A
la ola
B
la escasez
C
el terremoto
D
a tierra

Slide 25 - Quiz

Vocab temático p.4:

uitgeput zijn

A
estar resfriado
B
estar embarazada
C
estar devastado
D
estar agotado

Slide 26 - Quiz

Vocab temático p.5:

ontslagen worden

A
suspender un examen
B
aprobar un examen
C
estar en paro
D
ser despedido

Slide 27 - Quiz

Mondeling eindexamen 
  • in tweetallen (15-20 minuten in totaal)
  • 2 onderwerpen: autobiografie + foto beschrijven
  • opdrachtbeschrijving op team v6sptl
  • presentatie + vraaggesprek (= improvisatie)

Slide 28 - Slide

Practicar: describir una foto (5m) 
1. ¿Qué ves? (descripción)
                        Qué, dónde, con quién, cuándo, ...
2. ¿Qué te parece? (tu opinión) 

Tu opinión:
Uitdrukkingen: Me parece (que), Pienso que, Creo que, Es una pena que, En mi opinión...
Bijwoorden: Lamentablemente, Afortunadamente, Desafortunadamente...
Uitroepen: ¡Qué emoción!, ¡Qué raro (=vreemd)!, ¡Qué guapo/a!, ¡Es un horror!
Bijvoeglijke naamwoorden: fenomenal, genial, estúpido/a, guay, chulo/a, fantástico/a...

Gebruik ook Hoofdstuk 9, Lenguateca A en C (p.46 + 58)

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

N.a.v. oefening 23a
Ga naar het antwoordblad en vergelijk je eigen tekst van oefening 23a met het voorbeeld.
Benoem de verschillen qua ...

  • structuur (inleiding, beschrijvingen, meningen, slot)
  • het gebruik van signaalwoorden
  • het gebruik van verschillende werkwoordstijden
  • de woordenschat (variatie in woordkeus)
  • grammatica, bijv concordantie (mnl / vrl / enkelvoud / meervoud)

Welke tips haal je hieruit voor je eigen mondeling? Noteer ze op de volgende slide.

Slide 31 - Slide