Het Nederlandse Kiesstelsel

Het Nederlandse Kiesstelsel
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het Nederlandse Kiesstelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
Aan het einde van deze les kunnen studenten het Nederlandse kiesstelsel uitleggen.

Slide 2 - Slide

Introduceer de lesdoelstelling en leg uit wat er verwacht wordt van de studenten.
Wat weet je al over het Nederlandse kiesstelsel?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een kiesstelsel?
Een kiesstelsel is een systeem dat wordt gebruikt om de verkiezing van politieke functionarissen te organiseren.

Slide 4 - Slide

Leg uit wat een kiesstelsel is en waarom het belangrijk is om er een te hebben.
Soorten kiesstelsels
Er zijn verschillende soorten kiesstelsels, waaronder het meerderheidsstelsel, het evenredige stelsel en het gemengde stelsel.

Slide 5 - Slide

Beschrijf de verschillende soorten kiesstelsels en leg uit hoe ze werken.
Het Nederlandse Kiesstelsel
Het Nederlandse kiesstelsel is een evenredig stelsel.

Slide 6 - Slide

Leg uit wat een evenredig stelsel is en hoe het verschilt van andere soorten kiesstelsels.
Partijen en kandidaten
In het Nederlandse kiesstelsel kunnen kiezers stemmen op politieke partijen en individuele kandidaten.

Slide 7 - Slide

Beschrijf hoe het Nederlandse kiesstelsel werkt bij het stemmen op politieke partijen en individuele kandidaten.
Zetelverdeling
Na de verkiezingen worden de zetels in het parlement verdeeld op basis van het aantal stemmen dat elke partij heeft gekregen.

Slide 8 - Slide

Leg uit hoe de zetelverdeling werkt in het Nederlandse kiesstelsel.
Coalitievorming
Omdat er in Nederland geen enkele partij een meerderheid heeft, moet er na de verkiezingen een coalitie worden gevormd om een regering te vormen.

Slide 9 - Slide

Beschrijf het proces van coalitievorming in het Nederlandse kiesstelsel.
Oefening
Laat de studenten in groepen een presentatie maken over het Nederlandse kiesstelsel.

Slide 10 - Slide

Geef de studenten tijd om in groepen te werken en hun presentatie voor te bereiden. Moedig hen aan om interactieve elementen toe te voegen, zoals quizzen of discussievragen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.