Lesson 3: Plural + Unit 1.2 listening

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is de meervoudsvorm van deze woorden?
- one house
- one door
- one potato
- one life
- one story
- one man
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Lesson aims:
- I know how to form the plural
- I have practised my listening skills

Slide 4 - Slide

Enkelvoud - Meervoud 

Slide 5 - Slide

Hoe maak je meervouden in het Engels?
De algemene regel is:
In het Engels eindigen woorden in het meervoud meestal op een -s. Let op!! de s schrijf je vast aan het woord.
Voorbeeld:
One boy --> two boys
One apple --> three apples
One house --> four houses
Onthoud: nooit 's! 

Slide 6 - Slide

De uitzonderingen
1. Eindigt woord op  s-klank (-s, -ss, -sh, -tch, -x) --> meervoud wordt -es
Voorbeeld:
one bus --> two buses 
one business --> two businesses
one wish --> two wishes
one witch --> two witches
one box --> two boxes 

Slide 7 - Slide

De uitzonderingen
2. Het komt vaak voor dat een medeklinker + o eindigt met -es achter het woord:
one potato --> two potatoes
one tomato -->  four tomatoes
Een klinker + o eindigt meetstal gewoon met een -s:
- video - videos
- zoo - zoos

Slide 8 - Slide

De uitzonderingen

3. Eindigt het woord op medeklinker + Y --> meervoud wordt -ies
Voorbeeld: 
One hobby --> two hobbies
One story --> three stories
Bij een klinker + Y komt er in de meeste gevallen gewoon een -s achter:
key - keys
day - days

Slide 9 - Slide

De uitzonderingen
4. Eindigt het woord op -f(e) --> meervoud wordt -ves
Voorbeeld:
one knife - two knives
one wife - three wives
one life - four lives
one calf - ten calves

Slide 10 - Slide

De uitzonderingen
LET OP: Volgende woorden hebben alleen een meervoudsvorm
(Ze zijn in het enkelvoud en meervoud hetzelfde)
glasses (bril), jeans, panties, tights, shorts, pyjamas, trousers, pants, leggings, sheep, deer, fish




Slide 11 - Slide

De uitzonderingen
Volgende woorden veranderen in spelling
Voorbeeld:
one man - two men
one woman - two women
one child - two children
one mouse - two mice



Slide 12 - Slide

Plural of:
A
shoe
B
shoes
C
schoenen
D
shoos

Slide 13 - Quiz

Plural of: tax
A
taxs
B
taxen
C
tax's
D
taxes

Slide 14 - Quiz

Plural of:
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 15 - Quiz

Plural of:
A
tomatos
B
tomaten
C
tomato's
D
tomatoes

Slide 16 - Quiz

Plural of: hero
A
heroes
B
hero's
C
heros
D
held

Slide 17 - Quiz

Plural of:
A
sheeps
B
sheep
C
schapen
D
sheep's

Slide 18 - Quiz

1.2 Listening
What?
Please make 1.2 listening in your online book. Exercise 1 till 12. 
How?
You make these exercises alone but your are allowed to talk about the exercises together.
Finished?
Learn the words on page 40 of your student book.

Slide 19 - Slide

What is the basic rule of making the plural?

Slide 20 - Open question