Ik kan een factor bij een vergroting berekenen.
Succescriteria
Ik ken het verschil tussen een vergroting en verkleining.
Ik ken de formule waarmee ik een factor kan berekenen.
Ik kan hoeken berekenen in een vlak figuur.
Ik kan werken met een verhoudingstabel.
Ik kan rekenen met schaal.
Ik kan een (drie)hoek tekenen met behulp van een geodriehoek.