7.3 De nieren

Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.
7.3
De nieren
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.
7.3
De nieren

Slide 1 - Slide

Maar eerst nog even de lever....

Slide 2 - Slide

Benoem onderdeel 1 t/m 7 

Vat 5 is afkomstig van de ... 

Vat 3 komt uit in de ... 

Welk vat heeft de hoogste concentratie glucose? 

Vat 4 is afkomstig van de .... 
Welk deel bevat veel glycogeen? 

Slide 3 - Slide

1= lever                 5= leverslagader
2= galblaas          6= onderste holle ader
3= galgang          7= leverader
4= poortader

Vat 5 is afkomstig van de aorta

Vat 3 komt uit in de 12 vingerige darm

Welk vat heeft de hoogste concentratie glucose? poortader

Vat 4 is afkomstig van de dunne darm

Welk deel bevat veel glycogeen? deel 1

Slide 4 - Slide

De nieren liggen bovenin de buikholte,
achter de lever en de maag.

Slide 5 - Slide

Nierslagaders vervoeren zuurstofrijk bloed naar de nieren.
Het bloed bevat overtollige en schadelijke stoffen. 
Nieraders vervoeren zuurstofarm en gezuiverd bloed terug naar het hart.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Functie nieren
  • Uitscheiding: afvalstoffen uit het bloed halen en verwijderen uit je lichaam.
  • Bloed loopt door de nieren, via de nierslagader.
  • Bloed wordt gezuiverd in de nieren en stroomt terug via de nierader.
  • De afvalstoffen verlaten het lichaam via urine.

Slide 8 - Slide

Onderdelen van de nier
Nierschors en het niermerg 
uitscheiding van overtollig water en zouten, afvalstoffen en onwerkzaam gemaakte schadelijke stoffen. 
Nierbekken
verzamelen van urine
Urineleider
afvoeren van urine van de nieren naar de blaas.
Urineblaas
tijdelijke opslag van urine. 
Urinebuis
urine vanuit de blaas naar BUITEN vervoeren (=plassen= uitscheiden)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Samenstelling urine
Kleur urine

Slide 11 - Slide

Benoem onderdeel 1 t/m 9.

Welk nummer.....?
  • Voert de urine af uit het lichaam 
  • Eerste verzamelplaats van urine 
  • Voeren de urine af van de nieren naar de blaas 
  • Hierin wordt de urine gemaakt 
  • Maakt o.a. het hormoon adrenaline 
  • Voert zuurstofrijk bloed met afvalstoffen naar de nier 

Slide 12 - Slide

1= nierschors          6= urineleider
2= nierslagader      7= urineblaas
3= nierader              8= urinebuis
4= nierbekken        9= bijnier
5= niermerg

Welk nummer.....?
  • Voert de urine af uit het lichaam 8
  • Eerste verzamelplaats van urine  4
  • Voeren de urine af van de nieren naar de blaas 6
  • Hierin wordt de urine gemaakt 1 en 5
  • Maakt o.a. het hormoon adrenaline 9
  • Voert zuurstofrijk bloed met afvalstoffen naar de nier 2

Slide 13 - Slide

Afvalstoffen volgen een weg door het lichaam. 
Zet de delen waar deze afvalstoffen langsgaan in de juiste volgorde. 
Zet het deel waar de afvalstoffen als eerste komen bovenaan. 
1
2
3
4
5
6
urine blaas
urine leider
Urine buis
nierslagader
aorta
nier

Slide 14 - Drag question

HUISWERK
Bestudeer 7.3 en
maak opdracht 8 t/m 14

Slide 15 - Slide