Woordenboekles 1 MK1

Welcome MK1
Good morning!

Zeg even 'hallo' of 'goedemorgen' in de vergaderchat, dan weet ik dat je meedoet. 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome MK1
Good morning!

Zeg even 'hallo' of 'goedemorgen' in de vergaderchat, dan weet ik dat je meedoet. 

Slide 1 - Slide

lesprogramma
Dictionary 

Doel: Je leert een Engels-Nederlands woordenboek gebruiken. 

1. We starten met het alfabet
2. We gaan Engelse woorden op alfabetische volgorde zetten
3. We gaan woorden opzoeken in het woordenboek
4. We gaan kijken naar woorden die niet precies als in de tekst in het woordenboek staan. 
5. Huiswerk voor de volgende les

Slide 2 - Slide

Wat is de volgende letter?
abcdefghi...

Slide 3 - Mind map

Wat is de volgende letter?
ghijklmno...

Slide 4 - Mind map

Wat is de volgende letter?
mnopqrst...

Slide 5 - Mind map

Zet de volgende letters op alfabetische volgorde: w f o l d v

Slide 6 - Open question

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
consult of construct
A
consult
B
construct

Slide 7 - Quiz

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
connect of constrain
A
connect
B
constrain

Slide 8 - Quiz

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
consider of consumer
A
consider
B
consumer

Slide 9 - Quiz

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
thigh of tight
A
thigh
B
tight

Slide 10 - Quiz

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
threat of throat
A
threat
B
throat

Slide 11 - Quiz

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
together of treat
A
together
B
treat

Slide 12 - Quiz

zoek in het woordenboek de NL vertaling op van: mischief

Slide 13 - Mind map

zoek in het woordenboek de NL vertaling op van: wooden

Slide 14 - Mind map

zoek in het woordenboek de NL vertaling op van: distribution

Slide 15 - Mind map

zoek in het woordenboek de NL vertaling op van: usually

Slide 16 - Mind map

Welke woorden in de volgende zinnen staan niet zo in het woordenboek? 
Hoe staan ze er wel in? 

voorbeeld: 
  • She walks to work every day. 
  • walks
  • The soup is colder than usual. 
  • colder

Slide 17 - Slide

What were you waiting for?
A
what
B
were waiting
C
you
D
for

Slide 18 - Quiz

A thousand yellow cars.
A
a
B
thousand
C
yellow
D
cars

Slide 19 - Quiz

They are the friendliest people on earth.
A
they
B
friendliest
C
people
D
on earth

Slide 20 - Quiz

Ik kan letters en woorden op alfabetische volgorde zetten.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 21 - Quiz

Ik kan Engelse woorden opzoeken in een woordenboek.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 22 - Quiz

Ik kan ook woorden die niet precies als in de tekst in het woordenboek staan, opzoeken.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 23 - Quiz

Huiswerk

  • Als je nog een woordenboek ENG-NL hebt, zorg dan dat je die de volgende les wel hebt!!!
  • Als je het alfabet nog niet kent, ga oefenen!!!

Slide 24 - Slide