lees mee omgaan met geld 2SKA

• NT2
• ISK

lees mee omgaan met geld 2SKA

De eindjes aan elkaar knopen

1. Veel geld
2. Weinig geld

Droog brood eten

1. Veel geld
2. Weinig geld

er warmpjes bij zitten

1. Veel geld
2. Weinig geld

geen hemd aan het lijf hebben

1. weinig geld
2. Veel geld

goed in de slappe was

1. Veel geld
2. Weinig geld

Je schaapjes op het droge hebben

1. Weinig geld
2. Veel geld

krap bij kas zitten

1. Weinig geld
2. Veel geld

Op zwart zaad zitten

1. Veel geld
2. Weinig geld

Zwemmen in het geld

1. Veel geld
2. Weinig geld

Wekelijks

1. Elke maand
2. Elke week

Scholier

1. Iemand die naar school gaat
2. Iemand die zorgt voor een ander

De hoogte

1. De omvang
2. betalen

Het advies

1. De raad
2. regelen, beslissen

Snoep

1. lekkere zoete dingen
2. geld bewaren voor later

bankrekening

1. cash
2. contant geld

Wat zit er op een broodje gezond

1. ei, sla en komkommer
2. gevulde koek
3. Worst kaas en mayonaiase

Wat betekent vergulde

1. Een laagje goud eromheen
2. Het is van goud
3. Het lijkt op goud

Leen je wel eens geld van anderen

1. Nooit
2. Soms
3. Altijd

Begrijpen jullie de les van zakgeld

1. Ja
2. Nee
3. Een beetje