Les 5 Stagetraining

Welke stage loop je nu?
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welke stage loop je nu?

Slide 1 - Slide

Waarom is het belangrijk om stage te lopen?

Slide 2 - Open question

Waarom is het belangrijk om stage te lopen?
  • Je leert werknemersvaardigheden
  • Je leert omgaan met anderen op de werkvloer
  • Je ontdekt je kwaliteiten
  • Je ontdekt of je het werk leuk vindt (of niet)
  • Je doet werkervaring op (goed voor je CV)
  • Je bouwt netwerkrelaties op
  • Niet onbelangrijk: je haalt je diploma

Slide 3 - Slide

Benut je stage:
  • Vraag om feedback en leermomenten.
  • Leer om te gaan met kritiek/feedback.
  • Kaart lastige situaties aan / laat weten wanneer je iets moeilijk vindt.
  • Benoem je kwaliteiten, maar ook je zwakten.

Slide 4 - Slide

Als een lastige situatie zich voordoet, hoe ga je hier dan mee om?

Slide 5 - Open question

Omgaan met lastige situaties
  • Durf problemen/lastige situaties aan te kaarten.
  • Blijf altijd beleefd en professioneel (denk aan wat jij wilt leren, maar houdt ook de verwachtingen van je werkgever in gedachten).
  • Vraag je stagebegeleider op school om hulp.

Slide 6 - Slide

3 belangrijke thema's
  1. Assertiviteit:  voor jezelf opkomen en aan je eigen doelen werken.
  2. Profilering: laten zien wat je kunt en een goede indruk achterlaten.
  3. Professioneel gedrag: je gedrag, houding en omgang op de werkvloer.

Slide 7 - Slide

Assertiviteit
  • Zorg dat de verwachtingen van de werkgever duidelijk zijn.
  •  Maak duidelijke afspraken over werktijden, taken en de verwachte flexibiliteit.
  • Maak duidelijke afspraken over jouw begeleiding (door wie en hoe vaak / voor hoe lang).

Slide 8 - Slide

Profileren
  • Geef aan wat je leerdoelen  en verwachtingen zijn.
  • Geef aan wat je kwaliteiten zijn en welke inzet je wilt leveren.
  • Vraag zelf om advies/feedback.
  • Vat kritiek/feedback op als leermoment.
  • Ga actief op zoek naar leermogelijkheden.
  • Verplaats je in de behoeften van je werkgever.

Slide 9 - Slide

Gedragscode
  • Zorg dat je altijd op tijd bent.
  •  Zorg voor een goede presentatie van jezelf (kleding, houding, beleefdheid).
  • Let op de omgangsvormen van je collega's (hoe gaan ze om met elkaar, de leidinggevende en de klanten?).
  • Pas je gedrag aan aan de bedrijfscultuur (duur van de pauze, ruimte voor praatjes).

Slide 10 - Slide