This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Beweging
(v,t)-diagram
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk Beweging
Beweging - (v,t)-diagram
Beweging - De raaklijn
Beweging - De oppervlaktemethode
Beweging - De valversnelling
Beweging - Gemiddelde snelheid
Beweging - Versnelling
Beweging - (v,t)-diagram
Slide 2 - Slide
Herhaling Leerdoelen
Aan het eind van de les kan je...
... een (v,t)-diagram herkennen
... bepalen om welk soort beweging het gaat in het (v,t)-diagram
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
00:07
(v,t)-diagram van Tesla Model 3
Een van onderstaande (v,t)-diagrammen geeft een representatie van de versnelling van de Tesla auto.
Slide 5 - Slide
00:30
Hoe ziet het verloop van de snelheid tegen de tijd eruit voor de versnelling naar 100 km/h?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 6 - Quiz
Tesla auto
Hiernaast zie je het werkelijke (v,t)-diagram van de Tesla auto uit het filmpje. Je herkent een rechte (trend)lijn in de data terug die de data het beste volgt.
Deze rechte lijn in een (v,t)-diagram is gekoppeld aan een versnelling. Wanneer een (v,t)-diagram wordt gemaakt van een object dat aan het versnellen is, is de figuur een rechte lijn.
Slide 7 - Slide
Combineer de juiste grafiek met de jusite beweging
Eenparig vertraagd
Constante snelheid
Stilstand
Eenparig versneld
A
B
C
D
Slide 8 - Drag question
-Op welk moment is de bal op het hoogte punt? - wanneer beweegt de bal omlaag?
Slide 9 - Open question
Rekenen aan een vt-diagram
Bepaal de gemiddelde versnelling tussen 0 en 6 s..
Bepaal de versnelling op t = 4 s.
Bepaal de afgelegde weg tussen 0 en 6 s.
Slide 10 - Slide
Gemiddelde versnelling
BeBepaal de gemiddelde versnelling tussen 0 en 6 s.
agem=ΔtΔv=6,04,0=0,67m⋅s−2
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Sprong van 39 km hoogte
De sprong van Felix Baumgartner (zie afbeelding hiernaast) is op te splitsen in een aantal stukken:
- Tussen 0 - 40 s - Tussen 40 - 60 s - Tussen 60 - 200 s - Tussen 200 - 260 s
Voor elk gedeelte is de (gemiddelde) versnelling uit te rekenen met de formule.
Opgave 1 Geef voor de volgende twee diagramen aan of het voorwerp versnelt of vertraagt. Geef ook aan of het voorwerp vooruit of achteruit beweegt.
Opgave 2
Schets de volgende (v,t)-diagrammen: a. Mario gaat eerst met constante snelheid vooruit. Dan staat hij stil.
b. Mario begint langzaam te rennen met een constante snelheid. Na een tijdje versnelt hij.
c. Mario begint erg snel te rennen, maar zijn snelheid neemt telkens een beetje af. Op een gegeven moment heeft hij een snelheid bereikt waarbij hij goed kan blijven rennen. Vanaf dat moment blijft hij met een constante snelheid rennen.
d. Mario gooit zijn pet recht omhoog de lucht in. Uiteindelijk komt de pet op de grond te liggen.
e. Mario laat zijn pet uit zijn hand vallen. Uiteindelijk komt de pet op de grond terecht.
Slide 14 - Slide
Opgaven
Opgave 3 Schets bij de volgende (x,t)-diagrammen het bijbehorende (v,t)-diagram:
Opgave 4
Schets bij de volgende (v,t)-diagrammen het bijbehorende (x,t)-diagram:
Slide 15 - Slide
Opgaven
Opgave 5 a. Bereken de versnelling van de volgende beweging in het linker (v,t)-diagram.
b. Bereken de vertraging die het voertuig ondergaat tijdens het remmen in het rechter (v,t)-diagram.
Opgave 6
Het volgende diagram bestaat uit drie delen. Bereken voor elk deel de versnelling.