What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quiz sur la France
QUIZ
1 / 50
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
50 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
QUIZ
Slide 1 - Slide
Règles du jeu
Travailler individuellement
Ne pas crier la réponse'
Sujets: culture générale ; tour des photos ; le sport ; mots et grammaire
Slide 2 - Slide
TOUR 1: Culture Générale
(algemene kennis)
Slide 3 - Slide
1. a: Wat is de hoofdstad van Frankrijk?
A
Marseille
B
Napoléon
C
Paris
D
Montréal
Slide 4 - Quiz
1. b: Hoeveel inwoners heeft Frankrijk ongeveer?
A
55 miljoen
B
66 miljoen
C
77 miljoen
D
100 miljoen
Slide 5 - Quiz
2. Delen Frankrijk en Nederland een grens?
A
JA
B
NEE
Slide 6 - Quiz
3. Hoe hoog is de Eiffeltoren ongeveer?
A
300 m
B
325 m
C
400 m
D
425 m
Slide 7 - Quiz
4. Wat is de naam van de hoogste berg van Frankrijk?
A
Mont Ventoux
B
Mont Blanc
C
Alpe d'Huez
D
Mount Everest
Slide 8 - Quiz
5. Frankrijk wordt bestuurd door een...
A
Keizer
B
Koning
C
Premier
D
President
Slide 9 - Quiz
6. Wat is de datum en naam van Frankrijks nationale feestdag?
A
Le 10 mai
B
Le 16 juin
C
Le 14 juillet
D
Le 12 août
Slide 10 - Quiz
7. Welke rivier stroomt door Parijs?
A
Rhône
B
Seine
C
Loire
D
Garonne
Slide 11 - Quiz
8. Welk eiland hoort bij Frankrijk
A
Tenerife
B
Madeira
C
Corsica
D
Sardinië
Slide 12 - Quiz
9. Wat is het volkslied van Frankrijk?
A
La Marseillaise
B
Allez les bleus
C
L'amour, les baguettes, Paris
D
Voilà
Slide 13 - Quiz
10. Welk Frans kledingmerk heeft een haan als logo?
A
Petit Bateau
B
Le Coq Sportif
C
Lacoste
D
Esprit
Slide 14 - Quiz
TOUR 2: Le tour des photos
(De Fotoronde)
Slide 15 - Slide
1. Hoe ziet de Franse vlag eruit?
A
B
C
D
Slide 16 - Quiz
2. Wat is de naam van dit monument?
A
Le Louvre
B
La Notre Dame
C
La Tour Eiffel
D
l'Arc de Triomphe
Slide 17 - Quiz
3. Wie was geen Franse president?
A
B
C
D
Slide 18 - Quiz
4. Welk gebouw staat in Parijs?
A
B
C
D
Slide 19 - Quiz
5. Welk plaatje past bij deze zin? "L'addition, s'il vous plaît !"
A
B
C
D
Slide 20 - Quiz
6. Gustave Eiffel ontwierp ook:
A
Het Vrijheidsbeeld
B
De Big Ben
Slide 21 - Quiz
7. Welke route neem je om in Zuid-Frankrijk te komen?
A
B
C
D
Slide 22 - Quiz
8. Welk merk is niet Frans?
A
B
C
D
Slide 23 - Quiz
8. C'est qui?
A
Louis XIV
B
Louis XVI
C
Napoléon
D
Charlemagne
Slide 24 - Quiz
9. Wat is de naam van dit museum?
A
Le Louvre
B
Musée d'Orsay
C
Les Champs Elysées
D
Le Centre Pompidou
Slide 25 - Quiz
10. In welke animatiefilm speelt deze muis?
A
Madagascar
B
Shrek
C
Ratatouille
D
Up
Slide 26 - Quiz
TOUR 3: Le sport
Slide 27 - Slide
1. Wat is het tenue van het Franse elftal?
A
B
C
D
Slide 28 - Quiz
2. Wat is de bijnaam van het Franse voetbalelftal?
A
Les hommes
B
Les Français
C
Les Bleus
D
Les footballeurs
Slide 29 - Quiz
3. Hoe vaak wordt de Tour de France gereden?
A
Ieder jaar
B
Iedere twee jaar
C
Iedere vier jaar
D
Iedere vijf jaar
Slide 30 - Quiz
4. Welk grandslam tennistoernooi wordt jaarlijks in Parijs gehouden?
A
US Open
B
Wimbledon
C
Australian Open
D
Roland Garros
Slide 31 - Quiz
5. Welke sport wordt hiernaast afgebeeld?
A
Jouer aux billes
B
Jeu de boules
C
Jeu de l'oie
D
Les jeux olympiques
Slide 32 - Quiz
6. C'est quel sport ?
A
La boxe
B
Faire du cheval
C
La natation
D
Jouer au football
Slide 33 - Quiz
7. C'est quel sport ?
A
Le karaté
B
Le judo
C
L'équitation
D
La boxe
Slide 34 - Quiz
8. Hoe heet deze sport?
A
L'équitation
B
La natation
C
Le judo
D
Le hockey
Slide 35 - Quiz
9. Wat is populairste sport in Frankrijk?
A
Voetbal
B
Paardrijden
C
Jeu de boules
D
Hockey
Slide 36 - Quiz
10. C'est quel sport ?
A
Le rugby
B
Le badminton
C
Le tennis
D
Le hockey
Slide 37 - Quiz
TOUR 4: les mots & grammaire
Slide 38 - Slide
1. C’est le père de mon père.
A
C'est ma tante.
B
C'est mon frère.
C
C'est mon grand-père.
D
C'est ma soeur.
Slide 39 - Quiz
2. Traduisez: Ik heb bezocht.
A
Je visité
B
J'ai visite
C
J'ai visité
D
Je visite
Slide 40 - Quiz
3. Zet in de ontkenning: Je suis ici.
A
Je suis n'ici pas
B
Je ne suis pas ici
C
Je suis ici ne pas
D
Ne je pas suis ici
Slide 41 - Quiz
4. Traduisez: deze meisjes
A
ce filles
B
cette filles
C
cet filles
D
ces filles
Slide 42 - Quiz
5. Traduisez: de jongens zijn groot.
A
les garçons sont grands
B
les garçons sont grandes
C
les garçons sont grande
D
les garçons sont grand
Slide 43 - Quiz
6. J'ai un frère. C'est .......... frère
A
mon
B
ton
C
ma
D
ses
Slide 44 - Quiz
7. Traduisez: ik wil
A
je fais
B
je veux
C
je vais
D
je peux
Slide 45 - Quiz
8. Le rouge : c'est quelle couleur?
A
rood
B
wit
C
blauw
D
geel
Slide 46 - Quiz
9. Vous (finir) _____
A
finiz
B
finez
C
finissez
D
finissons
Slide 47 - Quiz
10. Je (parler) _____
A
parle
B
parles
C
parlez
D
parlent
Slide 48 - Quiz
Et les gagnants sont ......
Slide 49 - Slide
Merci !
Slide 50 - Slide
More lessons like this
LE QUIZ FRANÇAIS klas 3
April 2022
- Lesson with
50 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
LE QUIZ FRANÇAIS klas 2
April 2022
- Lesson with
51 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
LE QUIZ FRANÇAIS klas 1
April 2022
- Lesson with
51 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
LE QUIZ FRANÇAIS
December 2022
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
LE QUIZ FRANÇAIS
January 2023
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
LE QUIZ FRANÇAIS
June 2022
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Le quiz français - fin d'année OB
June 2023
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Laatste les Frans van het schooljaar - QUIZ
June 2023
- Lesson with
40 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2