Paragraaf 6.1

1 / 26
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we leren?
Straks kunnen jullie:
  • je eigen culturele identiteit benoemen.
  • de naam 'Nederland' verklaren.
  • je kan het verschil tussen een kunstmatige grens en een natuurlijke grens uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
  • je kan uitleggen waar het Normaal Amsterdams Peil voor wordt gebruikt.
  • je kan voorbeelden noemen hoe Nederland zich verdedigt tegen het water.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Lees: stukje 6.1.1
Maak: opdracht 1 t/m 3
Eerder klaar? Werk alvast verder
timer
4:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Identiteit
  • Identiteit gaat over jezelf
  • Het zegt iets over wie je bent
  • Wat maakt jou uniek of herkenbaar?
 
  • Waar ben ik opgegroeid?
  • Met wie ga ik om?
  • Wat vind ik leuk? 
  • Deze vragen bepalen onder andere jouw identiteit!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Culturele Identiteit
  • Waar zal culturele identiteit dan over gaan?
  • Culturele identiteit gaat niet meer alleen over jezelf
  • Het gaat over tradities en gewoonten van een bepaalde groep of regio

  • Bijvoorbeeld:
  • Het vieren van vastelaovend in Limburg (carnaval) hoort bij de culturele identiteit van Limburg
  • Het vieren van Sinterklaas hoort bij de culturele identiteit van Nederland

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maak: opdracht 4 t/m 7
Eerder klaar? Lees 6.1.2
timer
4:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Laagland
  • Laagland, waar zou dat over gaan?

  • Natuurlijke grenzen & kunstmatige grenzen
  • Natuurlijke grens: een grens bepaald door de natuur
  • Kunstmatige grens: een grens bepaald door de mens

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Laagland
  • Laagland, waar zou dat over gaan?

  • Natuurlijke grenzen & kunstmatige grenzen
  • Natuurlijke grens: een grens bepaald door de natuur
  • Kunstmatige grens: een grens bepaald door de mens

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Laagland
  • Normaal Amsterdams Peil (NAP)
  • Welke zeeniveau is normaal?
  • Dus: 0 NAP  is ongeveer gelijk aan het zeeniveau
  • Met het NAP kunnen we meten hoe hoog een bepaalde plek in Nederland ligt

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Laagland
  • Ongeveer 25% van Nederland ligt onder het NAP
  • Toch gebeuren grote overstromingen bijna nooit
  • Dat komt door waterkeringen: dammen, dijken, sluizen en duinen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Aan de slag
Lees: stukje 6.1.2
Maak: opdracht 8 t/m 13
Eerder klaar? Lees 6.1.3
timer
6:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we leren?
Straks kunnen jullie:
  • uitleggen wat de kerkelijke hervorming in de zestiende eeuw was.
  • het verschil tussen de rooms-katholieke kerk en de protestantse kerk uitleggen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Kerkelijke Hervormingen
  • Tijdens de 16e eeuw was het christelijke geloof erg belangrijk.
  • Geestelijken bepaalden hoe de mensen moesten geloven.
  • Er werd voorgelezen uit de Bijbel, maar die was in het Latijn geschreven.
  • Omdat bijna niemand dat kon lezen, kon niemand controleren wat er in de bijbel stond.
  • De geestelijken van de rooms-katholieke kerk konden daardoor eigenlijk doen wat ze wilden.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Kerkelijke Hervormingen
  • Ze verkochten bijvoorbeeld aflaten
  • Dat waren een soort kaartjes om in de hemel te komen.
  • Daar verdiende de rooms-katholieke kerk veel geld mee.
  • Ze bouwden daar bijvoorbeeld grote kerken en kathedralen van.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Kerkelijke Hervormingen
  • Ze verkochten bijvoorbeeld aflaten
  • Dat waren een soort kaartjes om in de hemel te komen.
  • Daar verdiende de rooms-katholieke kerk veel geld mee.
  • Ze bouwden daar bijvoorbeeld grote kerken en kathedralen van.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Kerkelijke Hervormingen
  • Ze verkochten bijvoorbeeld aflaten
  • Dat waren een soort kaartjes om in de hemel te komen.
  • Daar verdiende de rooms-katholieke kerk veel geld mee.
  • Ze bouwden daar bijvoorbeeld grote kerken en kathedralen van.
  • In de 16e eeuw kwam daar kritiek op!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Lees: stukje 6.1.3
Maak: opdracht 14 t/m 16
Eerder klaar? Werk alvast verder
timer
4:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Kerkelijke Hervormingen
  • 1517: Maarten Luther timmert de 95 stellingen op de deur van de kerk in Wittenberg (Duitsland).
  • Hij was kritisch op de kerk en wilde het geloof hervormen.
  • Luthers ideeën konden snel verspreid worden door: de boekdrukkunst
  • Zo ontstond er een nieuwe christelijke kerk: de protestantse kerk
  • Het protestantisme

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Kerkelijke Hervormingen
  • De protestanten lieten zich niet meer afleiden door pracht en praal.
  • Hun kerken waren veel simpeler: zonder beelden en versieringen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Kerkelijke Hervormingen
  • De protestanten lieten zich niet meer afleiden door pracht en praal.
  • Hun kerken waren veel simpeler: zonder beelden en versieringen.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Kerkelijke Hervormingen
  • De protestanten lieten zich niet meer afleiden door pracht en praal.
  • Hun kerken waren veel simpeler: zonder beelden en versieringen.
  • Ook deden ze niet aan aflaten.
  • De bijbel is het belangrijkste want:
  • De bijbel staat centraal en niet de geestelijken.

  • In Nederland werd het protestantisme ook enorm populair!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Kerkelijke Hervormingen
  • De protestanten lieten zich niet meer afleiden door pracht en praal.
  • Hun kerken waren veel simpeler: zonder beelden en versieringen.
  • Ook deden ze niet aan aflaten.
  • De bijbel is het belangrijkste want:
  • De bijbel staat centraal en niet de geestelijken.

  • In Nederland werd het protestantisme ook enorm populair!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maak: opdracht 17 t/m 19
Eerder klaar? Maak de invulsamenvatting
timer
5:00

Slide 26 - Slide

This item has no instructions