Grammatica H. 1 persoonsvorm en zinsdelen

Persoonsvorm en zinsdelen
Grammatica hoofdstuk 1

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Persoonsvorm en zinsdelen
Grammatica hoofdstuk 1

Slide 1 - Slide

Leerdoel
  1. Aan het einde van de les kan ik de persoonsvorm in een zin aanwijzen.
  2. Aan het einde van de les kan ik een zin in zinsdelen verdelen.

Slide 2 - Slide

Wat is de persoonsvorm van deze zin:
Gisteren won het Nederlands elftal van Polen in de Nations League.
A
Gisteren
B
heeft
C
gewonnen
D
elftal

Slide 3 - Quiz

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin: Gisteren won het Nederlands elftal van Polen in de Nations League.
A
5
B
3
C
2
D
4

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Stap 1: Op zoek naar de persoonsvorm

2 manieren om de persoonsvorm te vinden
1: De tijdproef
"Wijnaldum scoort het winnende goal."
2: De vraagproef
"Krul stond gisteren in het doel."

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Stap 2: Zinsdelen
De zinsdeelproef: Welke woorden kun je samen vóór de persoonsvorm zetten?

'Krul stond gisteren in het doel bij het Nederlands elftal.'
'In het doel bij het Nederlands elftal stond Krul gisteren.'
'Gisteren/ stond/ Krul/ in het doel bij het Nederlands elftal.'
*Krul gisteren stond in het doel bij het Nederlands elftal*

Slide 8 - Slide

Doe de tijdproef:
Zaterdag begint het weekend.
A
Begint zaterdag het weekend?
B
Zaterdag is het weekend begonnen.
C
Zaterdag begon het weekend.
D
Zaterdag werd het weekend.

Slide 9 - Quiz

Wat is de persoonsvorm:
Wanneer zet jij je schoen?
A
wanneer
B
jij
C
schoen
D
zet

Slide 10 - Quiz

Hoe vind je de persoonsvorm?
A
tijdproef
B
getalproef
C
zinsdeelproef
D
coronaproef

Slide 11 - Quiz

Waar zijn de zinsdelen goed?
A
Anne/ en ik/ gaan vaak/ naar de bibliotheek.
B
Anne en ik/ gaan vaak naar de bibliotheek.
C
Anne en ik/ gaan/ vaak/ naar de bibliotheek.
D
Anne en ik gaan/ vaak/ naar de bibliotheek.

Slide 12 - Quiz

Gebruik de zinsdeelproef om de zin te verdelen in zinsdelen.

Geertje zag appels in de boom hangen.

Slide 13 - Open question

Vragen????

Slide 14 - Slide


Opdracht grammatica zinsdelen
Maken opdracht 1, 2 + 3 digitaal op jouw computer!

Slide 15 - Slide