Hfst 1 Daar doe je het voor | 1.5 woorden deel 2

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesopbouw:
Absentie
Aanmelden digitale omgeving en studygo
Thema overzicht
Doel en uitleg deze les
Maken en bespreken opdrachten
Afsluiting en huiswerk

Slide 3 - Slide

Thema overzicht
Les 1 t/m 3: 1.5 woorden en vaste voorzetsels
Les 4 t/m 6: 3.3 Lezen 
Les 7 t/m 9: 2.5 woorden 
Les 10 t/m 12: 3.5 Lezen
Les 13: Oefentoets
Les 14: Toets Lezen en woorden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

1.5 Woorden
Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • 20 nieuwe woorden; 
  • wat vaste voorzetsels zijn.

Slide 6 - Slide

1.5 Woorden
Leerdoelen vandaag

  • Je kunt uitleggen wat een vast voorzetsel is. 

Slide 7 - Slide

Wat bedoelen ze met beamen?
A
zeggen dat iets klopt, toegeven
B
groot, belangrijk
C
de ingeving, het idee
D
iets wat je goed kunt

Slide 8 - Quiz

Iemand met een eigen bedrijf noemen ze?
A
De beroepsbeoefenaar
B
de werknemer
C
de ondernemer

Slide 9 - Quiz

Als je ergens last van hebt, dan .... met problemen.
A
kamp
B
aanzienlijk
C
ontwikkel

Slide 10 - Quiz

het verloop en de vooruitgang noem je ook wel?
A
de ontwikkeling
B
de praktijkervaring
C
de afwisseling
D
de vaardigheid

Slide 11 - Quiz

Bespreken opdrachten: 

Slide 12 - Slide

Afsluiting van de les
In deze les ben je aan de slag gegaan met verschillende woorden.

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Schrijf de woorden met betekenissen over in jouw schrift
Basis blz. 38
Kader blz. 43

Slide 14 - Slide

Vast voorzetsel
Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel.
  • slagen voor een examen, bijdragen aan het resultaat.
 
Er zijn ook uitdrukkingen met een vast voorzetsel. 
  • Ergens spijt van hebben, akkoord gaan met het voorstel.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Zelfstandig werken
Basis: opdrachten 15, 16, 17 en 20 blz. 43 t/m 45
Kader: opdracht 15, 16, 17 en 19 blz. 51 en 52
Beschrijf uitgebreid je antwoorden.
Zo oefen je alvast voor de toets. 
Klaar? ga naar de digitale omgeving, zie whiteboard

Rood = je werkt stil
oranje = je mag zachtjes vragen stellen aan de mensen om je heen
groen: je mag vragen stellen aan de leerkracht/samenwerken

timer
15:00

Slide 17 - Slide