24-les11janv--introduction chapitre 2 oh c'est bon-2H-1 -2!

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

BONJOUR 

Bonjour

et 

bienvenue!!

Jeudi 14 décembre 2023

Le sac à dos par terre s.v.p. 

STARTKLAAR!

introduction  chapitre 2   Oh c'est bon !

Leerdoelen: Je kent woorden die te maken hebben met eten en drinken.

Je kent de eetgewoonten van de Fransen

Le programme

2. Terugblik op de vorige les

3. Introductie chapitre 2

4. Lesevaluatie

5 Les devoirs

Leerdoelen van de les

Je kent een aantal woorden die 

Terugblik op de vorige les

leerdoelen

1.  je kunt tellen van 1 t/m 20

2. je kunt de dagen van de week benoemen

Leerdoelen van de les

Na deze les kun je:

- tellen t/m 20

- de dagen van de week benoemen

- je kent woorden die te maken hebben met eten

Leerdoelen Chapitre 2

Wat ga je leren in dit hoofdstuk?

Bekijk Table des matières in je werkboek

Overleg met je klasgenoot 1 min

klaar? klas. bespreken

Leerdoelen chapitre 2

Bekijk table des matières chapitre 2 (wb, p. 2)

introduction blz 60/61

On commence par chapitre 2 !

 Quels mots connais tu en français pour parler du repas ?

Welke Franse woorden ken jij over maaltijden ?

Schrijf ze op in je schrift !

Welke woordje ken je al?

- Noteer minimaal 3 woorden in je schrift. 

klaar? klas. bespreken

vidéo

exercice 1a : on regarde la vidéo 2x.

On note les mots sur le manger ( wij noteren in het schrift de woorden over eten)

welke woorden ken je al ?( om de beurt en rustig praten)

le vocabulaire du film

Oefen met de uitspraak van de woorden uit de video !

exercice 2a (wb, p. 60)

exercice 2c blz 61

Schrijf de woorden van 2a onder de juiste tekening.

aimer, adorer,préfèrer,détester

Zoek de betekenis van deze woorden in Bron A voca blz 90

exercice 7c blz 65 

Attention : je gebruikt altijd LE/LA/L'/LES met deze werkwoorden, kijk naar de video !  

Bron A blz 62 Quel restaurant ?

Jij luistert naar en leest mee  Bron A blz 63

exercice 5a : wie zegt wat ? Combineer !

LESEVALUATIE

Schrijf in je schrift 8 woorden die je vandaag hebt geleerde.

Laat je klasgenoot de woorden in het Nederlands vertalen.

Vertaal in het Fransen:

Ga zitten!

Ga opstaan

Hulpmiddelen: voc. 90, 91

Bron A blz 62/63/64

exercice 5b : lees de zinnen.

Luister/lees de tekst

Kies het juiste antwoord !

5c : Waarom is Chloé "impossible" ?

Bron A vocabulaire blz 64/65

Maak opdrachten 6a = combineer

6b = welk woord past niet en waarom ?

7a = wat is dat ?

7b = hoe zeg jij in het Frans ?( zoek in de tekst)

exercice 7c blz 65

ON PARLE FRANÇAIS !

Oefen nu met je buurman/buurvrouw !

Les devoirs 

leer de vocabulaire (wb, p. 90) met slim stampen / wrts/ opschrijven in je schrift/ kaartjes maken / elkaar overvragen etc...