Een
bijwoordelijke bepaling (bwb) geeft antwoord op vragen als:
Waar? Waarheen? Waarom? Waardoor? Waarvandaan? Wanneer? Hoe? Van wie?
Bijvoorbeeld:
Op de markt hebben we een verse stroopwafel gekocht. (Waar?)
In verband met de drukte zal de NS extra treinen inzetten. (Waarom?)
De supermarkt sluit om acht uur ’s avonds. (Wanneer?)
Deze coverband komt uit Eindhoven. (Waarvandaan?)
Woorden zoals niet, misschien en natuurlijk zijn ook bijwoordelijke bepalingen.