This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
De Franse Revolutie
Slide 1 - Slide
Deze les
Terugblik.
Oriëntatie
Opdracht
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Vraag 1: Wat betekent "centralisatiepolitiek"?
A
Politiek waarbij er op verschillende plaatsen wordt geregeerd.
B
Politiek waarbij de macht ligt bij meerdere personen.
C
Politiek waarbij er vanuit 1 punt wordt geregeerd.
D
Politiek waarbij alle macht ligt bij 1 persoon.
Slide 4 - Quiz
Vraag 2: Welke van de onderstaande antwoorden zou een koning machtiger kunnen maken?
A
Het invoeren van een Koninklijke adviesraad met alleen edelen.
B
Het benoemen van bisschoppen laten gebeuren door de kerk.
C
Bezuinigingen doorvoeren op het leger om geld te besparen.
D
Het innen van nieuwe belastingen.
Slide 5 - Quiz
Vraag 3: Met welk begrip wordt aangegeven dat een vorst alle macht in handen heeft, omdat God die gegeven zou hebben?
A
Absolutisme
B
Democratie
C
Constitutionele monarchie
D
Oligarchie
Slide 6 - Quiz
Vraag 4: Wat betekent het begrip “de standenmaatschappij”?
A
Een samenleving waarin door de koning is bepaald dat iedereen gelijk is aan elkaar.
B
Een samenleving waarin je positie en rechten door je afkomst zijn bepaald.
C
Een samenleving waarin je positie en rechten zijn bepaald door de koning.
Slide 7 - Quiz
Vraag 5: Welke groep hoort bij welke stand?
1. Adel
2. Geestelijken
3. Boeren en Burgers
A. Eerste stand
B. Tweede stand
C. Derde stand
A
A3-B1-C2
B
A1-B2-C3
C
A2-B1-C3
D
A2- B3-C1
Slide 8 - Quiz
Leerdoel van de les:
Je kan uitleggenwat we de komende weken
gaan behandelen in de geschiedenislessen.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
De gouverneur
De bestorming van de Bastille
- 14 julit 1789
- Parijs
- Diende als gevangenis en opslagplaats voor munitie
- Gevangenen waren meestal politieke tegenstanders.
- 7 gevangenen en veel buskruit opgeslagen in Bastille.
Slide 11 - Slide
Maar hoe kwam het dat de Bastille zo’n slechte reputatie heeft gekregen?
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
H2(Les 2): De Zonne Koning
- Lodewijk XIV(14de)
- Koning van Frankrijk(1653-1715)
- Reden van slechte reputatie Bastille.
- Gevangenen kregen brief van de koning
- “Lettre de chachet”
- Brief met zegel van de koning
- In zijn eentje het politieke en economische beleid van het land bepalen.
- Het voorbeeld van Absolutisme.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
H3 Verlichting(les 3)enH4 Het Ancien Régime (les 4)
- 18e eeuw(1700-1800)
- Mensen beginnen te twijfelen aan absolute
macht van de koning(Ancien Régime).
- Nagedacht over nieuwe manieren
- Filosofen --> Koning ten onrecht aan de macht
--> machtsmisbruik.
- “Verlichting”
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
H5 (les 5)De Franse Revolutie
- Verlichte denkbeelden --> Franse revolutie
- Koning Lodewijk XVI(16de) en vrouw slachtoffer van de Franse Revolutie.
- Volk wilde niet langer geregeerd
worden door een koning
--> Guillotine en Lodewijk XVI.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
H6(Les 6) Napoleon-Bonaparte
- Nieuwe sterke man greep de macht.
- Slagvelden enorm succes.
- Organisatietalent
- Zorgde voor beter georganiseerd Frankrijk.
- Geen invloed van het volk.
- 1804: Napoleon kroont zichzelf tot keizer.
Slide 20 - Slide
Wat is het belang van de Verlichtingen de Franse Revolutie?
Slide 21 - Slide
Waar gaan we de komende weken mee bezig?
Slide 22 - Slide
Opdracht- Gelijk, vrijheid en broederschap
Leg in je eigen woorden uit: wat betekent vrijheid volgens jou? En gelijkheid? En broederschap?
Kies één van de drie woorden uit en geef minimaal drie voorbeelden uit het dagelijkse leven erbij. Gelijkheid zie je bijvoorbeeld terug in het feit dat iedere Nederlander van 18 jaar of ouder mag stemmen.
Bespreek de voorbeelden met elkaar.
Kun je ook voorbeelden bedenken waarbij vrijheid, gelijkheid of broederschap juist niet nageleefd worden?