H4 - P4 - Wereldoorlogen - Week 4 - les 2 - De bezetting

9.5 De Bezetting
(Week 4: les 2)



In april valt het Rode Leger van Stalin de Duitse hoofdstad Berlijn aan. 
Het is de genadeklap voor Hitler: hij pleegt zelfmoord.

1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

9.5 De Bezetting
(Week 4: les 2)



In april valt het Rode Leger van Stalin de Duitse hoofdstad Berlijn aan. 
Het is de genadeklap voor Hitler: hij pleegt zelfmoord.

Slide 1 - Slide

Programma
Samen (15 min)
  • Herhaling
  • Bespreken Kenmerkend Aspect
  • Bespreken nieuwe leerstof

Zelfstandig (35)
  • Aan de slag met de opdracht 
  • Afsluiten les 

Slide 2 - Slide

Kenmerkend aspect
1. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering

2. Het voeren van twee wereldoorlogen


Slide 3 - Slide

Tijdvak 10: Tijd van de Wereldoorlogen (1914 - 1945)
  1. Eerste Wereldoorlog (9.1)
  2. Beurskrach (9.2)
  3. Totalitaire systemen: Communisme (9.3+9.4)
  4. Totalitaire systemen: Fascisme (9.3+9.4)
  5. Totalitaire systemen: Nationaal socialisme (9.3+9.4)
  6. Verzet imperialisme (9.5)
  7. Tweede wereldoorlog (9.6)
  8. Holocaust (9.7)
  9. De bezetting (9.8)

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 
  1. Je kan benoemen hoe de bezetting van Nederland verliep.
  2. Je kan in je eigen woorden uitleggen hoe Nederlanders zich aanpasten of verzetten.
  3. Je kan in je eigen woorden uitleggen hoe Nederlanders collaboreerden met de Duitsers.

Slide 5 - Slide

Noem 3 kenmerken van een totalitaire ideologie

Slide 6 - Open question

het nationaal-socialisme was radicaler dan het fascisme
Het nationaal-socialisme was radicaler dan het fascisme
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat verstaan we onder Operatie Barbarossa?
A
De Duitse inval van Nederland
B
De Japanse aanval op Indonesië
C
De Duitse aanval op de Sovjet-Unie
D
De Japanse aanval op Hawaï

Slide 8 - Quiz

Wat werd besloten bij het Molotov-Von Ribbentrop pact?
A
Duitsland sluit vrede met Sovjetunie
B
Sovjetunie sluit aan bij geallieerden
C
Sovjetunie sluit aan bij asmogendheden
D
Duitsland en sovjetunie vallen elkaar niet aan

Slide 9 - Quiz

De slag om Stalingrad begon in
A
1941
B
1942
C
1940
D
1943

Slide 10 - Quiz

Churchill hoort bij
A
VS
B
SU
C
GB
D
FRA

Slide 11 - Quiz

Waarom was de slag om Stalingrad een keerpunt?
A
Duitsland kon eindelijk verder Rusland in
B
Duitsland werd voor het eerst echt verslagen
C
Stalin ging meevechten in de oorlog
D
Amerika ging Rusland helpen, waardoor Duitsland hier verloor

Slide 12 - Quiz

Wie was de leider van de nationalisten in Nederlands-Indië?
A
Ghandi
B
Soekarno
C
Hatta
D
Koningin Wilhelmina

Slide 13 - Quiz

Volgens het nationaal-socialisme
A
waren alle rassen gelijk.
B
waren Arische mensen Üntermenschen.
C
behoorden Joden tot het Arische ras.
D
was het Arische ras superieur.

Slide 14 - Quiz

Fascisme is niet...
A
nationalistisch
B
terroristisch
C
totalitair
D
anti semitisch

Slide 15 - Quiz

Wat is geen kenmerk van het nationaal-socialisme:
A
propaganda
B
terreur
C
parlementaire democratie
D
censuur

Slide 16 - Quiz

Zet de gebeurtenissen in de goede volgorde
1
2
3
4
5
Tsaar Nicolaas 2 komt aan de macht
Holomodor
Russische Revolutie
Marx bedenkt het Communisme
Stalin komt aan de macht

Slide 17 - Drag question

Wat is fascisme?
A
een antidemocratische, totalitaire en nationalistische beweging
B
een antidemocratische beweging die streeft naar een maatschappij zonder privébezit
C
verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft
D
het gevechtsklaar maken van het leger voor de oorlog

Slide 18 - Quiz

Wanneer wordt India onafhankelijk?
A
1935
B
1946
C
1949
D
1955

Slide 19 - Quiz

Wat is dekolonisatie
A
Het zelfstandig worden van een kolonie
B
Segregatie van bevolkingsgroep
C
Apartheid
D
Onderdrukking

Slide 20 - Quiz

De protesten voor een onafhankelijk India verliepen geweldloos.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Wat betekent 'Holocaust'?
A
Jodenvervolging
B
Brandoffer
C
Antisemitisme
D
Vernietiging

Slide 22 - Quiz

Een ander woord voor 'volkerenmoord' is
A
Holocaust
B
Shoah
C
Genocide
D
Massamoord

Slide 23 - Quiz

Jappenkamp
A
Kampen waar Japaners werden opgesloten.
B
Kampen waar Nederlanders in Indië werden opgesloten.
C
Naam voor de slag om Japan (kamp = strijd).
D
Naam voor de hongersnood die door de Japaners werd veroorzaakt.

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video

Zelf werken of Uitleg?

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting
Optie 1
  • Zelf de Lessonup doornemen
  • Zelf de tekst lezen en de opdracht maken
  • Je hebt hoger dan een 6 voor de laatste toets gehaald!
Optie 2
  • Doe mee met de uitleg
  • Maak aantekeningen
Let op!
Aan het eind van de les moet 2/3 van de opdracht af zijn!

Slide 26 - Slide

Leerdoel 1
Je kan benoemen hoe de bezetting van Nederland verliep.

Slide 27 - Slide

Verloop
  • Neutraal maar toch inval in 1940
  • Rechtstaat en democratie afgeschaft
  • Gelijkschakeling
  • Arbeitsinzet
  • Jodenster
  • Joodse bedrijven gesloten
  • Joden buiten samenleving



  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting
Begrippen:
  • Gelijkschakeling
  • Arbeitsinzet

Slide 28 - Slide

Leerdoel 2
Je kan in je eigen woorden uitleggen hoe Nederlanders zich aanpasten of verzetten.

Slide 29 - Slide

aanpasten of verzetten
  • Arierverklaring
  • Anti-Duitse gevoelens: 'moffen'
  • Februaristaking tegen deportaties
  • Onderduiken
  • Verzetskranten
  • Verzetslieden geëxecuteerd



  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting
Begrippen:
  • Gelijkschakeling
  • Arbeitsinzet

Slide 30 - Slide

Leerdoel 3
Je kan in je eigen woorden uitleggen hoe Nederlanders collaboreerden met de Duitsers.

Slide 31 - Slide

aanpasten of verzetten
  • NSB
  • Anton Mussert
  • Collaboratie
  • NS, GVB, Politie



  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting
Begrippen:
  • Collaboratie
  • NSB

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 34 - Slide

Aan de slag
Kies uit:
  • Samenvatten
  • Methodeopdrachten
  • Mindmap
  • Zelf toetsvragen bedenken
  • Creatieve opdracht

Slide 35 - Slide

 Huiswerk
- Maak jouw keuze af voor paragraaf 9.8

Slide 36 - Slide

einde les

Slide 37 - Slide