This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Wat weet jij nog?
Slide 1 - Slide
Wat past het beste bij de verzuiling?
A
een verdeelde samenleving
B
multiculturele samenleving
C
consumptiemaatschappij
D
secularisatie
Slide 2 - Quiz
Wat was géén oorzaak van ontzuiling?
A
Crisis
B
Welvaart
C
Individualisering
D
Secularisatie
Slide 3 - Quiz
Welk begrip hoort er niet bij individualisering van de samenleving?
A
ontzuiling
B
secularisatie
C
langer studeren
D
gehoorzaam zijn
Slide 4 - Quiz
Welk product hielp de ontzuiling?
A
Auto
B
Fiets
C
Televisie
D
Telefoon
Slide 5 - Quiz
Mensen kopen spullen die ze niet echt nodig hebben
A
Informatiemaatschappij
B
Massacultuur
C
Amerikanisering
D
consumptiemaatschappij
Slide 6 - Quiz
Wat past het beste bij de verzuiling?
A
een verdeelde samenleving
B
multiculturele samenleving
C
consumptiemaatschappij
D
secularisatie
Slide 7 - Quiz
Deze afbeelding past bij
A
secularisatie
B
individualisering
C
verzuiling
D
consumptiemaatschappij
Slide 8 - Quiz
Welke ontwikkeling past bij deze bron?
A
amerikanisering
B
feminisme
C
secularisatie
D
pluriformiteit
Slide 9 - Quiz
Wat was géén oorzaak van ontzuiling?
A
Crisis
B
Welvaart
C
Individualisering
D
Secularisatie
Slide 10 - Quiz
Vanaf welk jaar treden er in Nederland secularisatie, ontzuiling en individualisering op?
A
1950
B
1960
C
1970
D
1980
Slide 11 - Quiz
Welk begrip hoort er niet bij individualisering van de samenleving?
A
ontzuiling
B
secularisatie
C
langer studeren
D
gehoorzaam zijn
Slide 12 - Quiz
Kenmerkend voor de jaren '50 in Nederland was...
A
Genieten van het leven na de Tweede Wereldoorlog, consumptiemaatschappij
B
Groei van de welvaart, veel mensen hebben een auto
C
Hard werken, sparen, zuinig zijn, emigratie
D
Ontzuiling en Secularisatie
Slide 13 - Quiz
Welk product hielp de ontzuiling?
A
Auto
B
Fiets
C
Televisie
D
Telefoon
Slide 14 - Quiz
Het ontstaan van het CDA komt door ...
A
Verzuiling
B
Ontzuiling
Slide 15 - Quiz
Welke twee begrippen hangen in belangrijke mate met elkaar samen? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Verzuiling en secularisering
B
Pacificatie en ontzuiling
C
Secularisering en ontzuiling
D
Verzuiling en Pacificatie
Slide 16 - Quiz
Wie verloren door de ontzuiling de meerderheid in de Tweede Kamer?
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen
Slide 17 - Quiz
welke 3 begrippen passen het beste bij de jaren 50
A
zuinigheid, vlijt en gehoorzaamheid
B
zuinigheid, vlijt en hard werken
C
zuinigheid, hard werken en ontzuiling
D
zuinigheid, ontzuiling en gehoorzaamheid
Slide 18 - Quiz
Welke partij werd opgericht om te zorgen voor ontzuiling?
A
Partij voor de Dieren
B
D66
C
ChristenUnie
D
SP
Slide 19 - Quiz
Wat is geen directe oorzaak voor de ontzuiling?
A
opkomst moderne communicatiemiddelen
B
opkomst massaconsumptie
C
toenemende ontkerkelijking
D
opkomst protestgeneratie
Slide 20 - Quiz
Welke ontwikkeling past bij deze bron?
A
amerikanisering
B
feminisme
C
secularisatie
D
loongolf
Slide 21 - Quiz
Amerikanisering in NL kwam door...
A
Amerika hielp met wederopbouw
B
Nederland werd onderdeel van Amerika
Slide 22 - Quiz
Mensen kopen spullen die ze niet echt nodig hebben
A
Informatiemaatschappij
B
Massacultuur
C
Amerikanisering
D
consumptiemaatschappij
Slide 23 - Quiz
Wat was een oorzaak van Amerikanisering?
A
de consumptiemaatschappij
B
de wederopbouw
C
de jongerencultuur
D
de marshallplan
Slide 24 - Quiz
Kloppen deze zinnen? 1. De Amerikanisering werd veroorzaakt door de overwinning van de VS op Duitsland. 2. De Marshallhulp was ook belangrijk bij het proces van Amerikanisering.
A
Zin 1 is juist
Zin 2 is onjuist
B
Zin 1 is onjuist
Zin 2 is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist
Slide 25 - Quiz
Na de tweede wereld oorlog vond er een periode van wederopbouw plaats, waarbij de Nederlandse economie zich herstelde. Wat heeft vooral bijgedragen aan dit herstel van de Nederlandse economie?
A
De loongolf
B
De amerikanisering
C
De Marshallhulp
D
De ontzuiling
Slide 26 - Quiz
Wat is Amerikanisering
A
Een nieuwe cultuur in Europa als gevolg van de Marshall-hulp die leidde tot meer samenwerking.
B
Hetzelfde als de "American Way of Life".
C
Het doordringen van de Amerikaanse cultuur buiten de VS.
D
Het ontstaan van welvaart in Europa rond 1955
Slide 27 - Quiz
Van welke groepen verwachtte de overheid dat ze na enige tijd zouden remigreren?
A
Indonesiërs en Surinamers
B
Gastarbeiders en asielzoekers
C
Indonesiërs en asielzoekers
D
Surinamers en gastarbeiders
Slide 28 - Quiz
Gastarbeiders waren mensen die in Nederland kwamen om te werken, uit welke landen kwamen de eerste gastarbeiders?
A
België
B
Marokko en Turkije
C
Polen en Roemenië
D
Spanje en Italië
Slide 29 - Quiz
Uit welk land kwamen de eerste gastarbeiders?
A
Marokko
B
Turkije
C
Suriname
D
Spanje
Slide 30 - Quiz
In de jaren '60-'70 komen gastarbeiders naar Nederland om hier tijdelijk te werken
A
waar
B
niet-waar
Slide 31 - Quiz
De Nederlandse regering heeft met de komst van de arbeiders iets niet goed gedaan. Wat was dat?
A
De gastarbeiders geen slaapplek geven
B
de gastarbeiders hadden geen werk
C
er was niks afgesproken over de terugkeer
D
de regering wist er niks van
Slide 32 - Quiz
In de jaren zestig ontstond er in Nederland een jongerencultuur. Waardoor ontstond deze jongerencultuur?