T4 - BS1

T4 BS1
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

T4 BS1

Slide 1 - Slide

Spoorboekje
  • Wat weten wij al?
  • Uitleg nieuwe basisstof
  • Zelfstandig werken

Afspraken:
- Jassen in de locker
- Telefoons niet zichtbaar

Slide 2 - Slide

Wat weten we al?

Slide 3 - Slide

Welke botten ken jij al?

Slide 4 - Mind map

4.1 Het skelet
Leerdoelen:
4.1.1 Je kent de delen van het lichaam.
4.1.2 Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.
4.1.3 Je kunt de functies van het skelet noemen.

Slide 5 - Slide

De delen van je lichaam
Je lichaam bestaat uit:
• een hoofd
• een romp
• ledematen

De ledematen zijn:
• twee armen
• twee benen

Slide 6 - Slide

Het skelet
Gewervelde dieren hebben een inwendig skelet met een wervelkolom. Ook mensen hebben een inwendig skelet. Een ander woord voor skelet is geraamte. Het skelet bestaat uit botten. Een ander woord voor botten is beenderen. Het lichaam van een mens bestaat uit 206 botten. Al deze botten hebben een naam. 

Bij 22 botten staan de namen. Deze namen moet je kennen. Ook de namen van de botten van de wervelkolom moet je kennen.


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De romp
De romp bestaat uit de schoudergordel, de borstkas, het bekken en de wervelkolom.
• De schoudergordel bestaat uit twee sleutelbeenderen en twee schouderbladen.
Aan de schoudergordel zitten de armen vast.
• De borstkas bestaat uit het borstbeen en de ribben.
In de borstkas liggen de longen en het hart.
• Het bekken bestaat uit twee heupbeenderen.
Aan het bekken zitten de benen vast.
• De wervelkolom bestaat uit halswervels, borstwervels en lendenwervels.
Onderaan zitten het heiligbeen en het staartbeen 

Slide 10 - Slide

De schedel
De botten van je hoofd zijn samen de schedel. Bij de schedel horen de schedelbeenderen, de bovenkaak en de onderkaak. De schedel wordt gedragen door de wervelkolom.

Slide 11 - Slide

De ledematen
Armen en benen zijn de ledematen.
• Een arm bestaat uit een opperarmbeen, ellepijp, spaakbeen en de botten van de hand.
• Een been bestaat uit een dijbeen, knieschijf, scheenbeen, kuitbeen en de botten van de voet.

De ellepijp en het spaakbeen liggen naast elkaar in je onderarm. Ze zijn moeilijk uit elkaar te houden. De ellepijp ligt aan de kant van de pink. Denk aan de p van pijp en de p van pink

Slide 12 - Slide

De functies van het skelet

Slide 13 - Slide

Wat is de betekenis van het woord 'functie'?

Slide 14 - Open question

De functies van het skelet
Het skelet heeft vier functies:

1 Stevigheid geven
Zonder skelet zou je in elkaar zakken.
2 Bescherming geven
In de borstkas liggen de longen en het hart. De ribben beschermen deze organen. In de schedel liggen de hersenen. De schedel beschermt de hersenen.
3 Bewegingen mogelijk maken
Aan de botten zitten spieren vast. De botten en de spieren zorgen samen voor bewegingen.
4 Vorm geven aan het lichaam
De schedel geeft een ronde vorm aan je hoofd.

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Lees T4 basisstof 1 (4.1)

Maak opdrachten T4 basisstof 1 (4.1)

Maak test jezelf T4 basisstof 1 (score in groen = af).

Slide 16 - Slide