This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Planning
1. Terugblik paragraaf 1.1 en 1.2 (5 min.)
2. Uitleg paragraaf 1.3 (10 min.)
3. Opdrachten maken (15 min.)
Slide 1 - Slide
1.3: Regenten en Stadhouders
Slide 2 - Slide
Kern
Hoe werd de Republiek bestuurd?
Slide 3 - Slide
Zeven Gewesten zonder koning
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
In plaats van een koning had ieder Gewest een eigen bestuur: de staten.
Staten Generaal = alle staten komen bij elkaar voor nationale zaken (bijv. oorlog).
Slide 4 - Slide
De Stadhouder
Stadhouder = belangrijke man in Republiek, leidde het leger.
Nogal eens ruzie tussen stadhouder, handelaren en bestuurders.
Waarom denk je dat deze partijen vaak ruzie hadden?
Slide 5 - Slide
Een mooi baantje
Regenten, Burgemeesters en belangrijke bestuurders kwamen uit rijke families.
Burgemeester zijn was erfelijk.
Regenten deden wat ze wilden.
Slide 6 - Slide
Van rijk naar arm
1. Regenten.
2. Handelaren, notarissen en advocaten.
3. Ambachtslieden en mensen met eigen winkeltjes.
4. Alle andere stedelingen (bijv. sjouwers, bierdragers en ongeschoolde werklui).
Slide 7 - Slide
Maak opdracht 2a, 2b, 3a, 3b, 4, 5 en 6 van paragraaf 1.3
Slide 8 - Slide
Hoe wordt Nederland tegenwoordig geregeerd?
Slide 9 - Open question
Hoe werd de Republiek bestuurd?
1. Ieder gewest had zijn eigen bestuur, deze heetten de Staten. De Staten beslisten over alles behalve militaire en internationale zaken, dit moesten in de Staten Generaal worden besproken.
2. De Republiek had ook een Stadhouder, hij voerde het leger aan.
3. Een stad werd bestuurd door regenten en een burgemeester.