Marktgedrag (2e) H2. Monopolistische concurrentie

Week 50 (vanaf 9 december 2024)
Hoofdstuk 2. Monopolistische concurrentie
  • actualiteit (Gebrek aan zon en wind leidt tot recordprijs van elektriciteit)
  • terugblik vorige les (volkomen concurrentie)
  • opdracht 1.15 en 1.18 klassikaal bespreken
  • leerdoelen
  • instructie (monopolistische concurrentie)
  • maakwerk: opdracht 2.1 t/m 2.12
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Week 50 (vanaf 9 december 2024)
Hoofdstuk 2. Monopolistische concurrentie
  • actualiteit (Gebrek aan zon en wind leidt tot recordprijs van elektriciteit)
  • terugblik vorige les (volkomen concurrentie)
  • opdracht 1.15 en 1.18 klassikaal bespreken
  • leerdoelen
  • instructie (monopolistische concurrentie)
  • maakwerk: opdracht 2.1 t/m 2.12

Slide 1 - Slide

Terugblik vorige les (volkomen concurrentie)








Bij volkomen concurrentie heeft de individuele producent geen invloed op de prijs.
P = GO = MO
De prijs is bij elke afzet gelijk, de producent is een hoeveelheidaanpasser!

Slide 2 - Slide

Terugblik vorige les (MO = MK)
De MO is de afgeleide van TO en de MK is de afgeleide van TK. De afgeleide krijg je door te vermenigvuldigen met de macht en de macht 1 te verlagen:
  • TO = 21q => MO = 21
  • TK = q2+ 3q + 60 => MK = 2q + 3
  • Maximale winst: bij MO = MK =>
  • 21 = 2q + 3 => bij q = 9
  • Totale winst (bij maximale winst): TW = TO – TK =>
  • TW = (21 * 9) - (9+ 3 ∗ 9 + 60) = 21



Slide 3 - Slide

Opdracht 1.15

Slide 4 - Slide

Opdracht 1.18

Slide 5 - Slide

Leerdoelen H2. Monopolistische concurrentie
  • Ik kan de 6 begrippen op pagina 31 omschrijven (zie ook LWEO).
  • Ik kan voorbeelden noemen van productdifferentiatie.
  • Ik kan voorbeelden, de kenmerken, het gedrag en het marktresultaat van de markt van monopolistische concurrentie beschrijven.
  • Ik kan de marginale opbrengstenfunctie (MO) afleiden uit de totale opbrengstenfunctie (TO) via de prijsafzetfunctie.
  • Ik kan aantonen op welke wijze producenten streven naar maximale winst bij monopolistische concurrentie en dit grafisch en rekenkundig onderbouwen.





















Slide 6 - Slide

Monopolistische concurrentie

Slide 7 - Slide

Monopolische concurrentie
Is het gemakkelijk of moeilijk om het marktaandeel te vergroten op een markt van monopolistische concurrentie?
  • moeilijk!
  • veel aanbieders -> veel concurrenten
  • heterogeen product maar niet heel verschillend (denk aan wasmiddel)

Waarom heeft de aanbieder op een markt van monopolistische concurrentie weinig invloed op de prijs?
  • veel concurrenten, klanten zullen veelal wel overstappen bij prijsverhoging, en bij prijsverlaging kans op te weinig winst

Slide 8 - Slide

Monopolische concurrentie
Aangezien de individuele aanbieder op een markt van monopolistische concurrentie weinig invloed heeft op de prijs zal deze zich richten op het heterogene product  door productdifferentiatie toe te passen.



Hoe?
  • voeg eigen heterogene kenmerken toe waarmee je een Unique Selling Point (USP) creëert
  • en laat dit de markt weten -> marketing!
  • hiermee krijg je invloed op de prijs omdat klanten niet direct weglopen naar de goedkoopste vanwege de heterogene kenmerken

Slide 9 - Slide

Invloed op de prijs
Op een markt van monopolistische concurrentie heeft de aanbieder enige invloed op de prijs.

De prijs (P = GO) loopt daarom niet horizontaal (zoals bij volkomen concurrentie), maar dalend en is gelijk aan de prijsafzetlijn.
 
De aanbieder kan de prijs verlagen om meer te verkopen. De MO is daarbij niet meer gelijk aan GO, maar de helft van de helling!

Slide 10 - Slide

GO is niet MO
Als ik meer ga verkopen, ga ik mijn prijs (GO) verlagen. De extra opbrengst (MO) van een extra product wordt dus lager dan de prijs, want deze prijsverlaging geldt ook voor de producten die eerder tegen een hogere prijs zijn verkocht.
= GO

Slide 11 - Slide

TO is bergparabool
De TO lijn is bij monopolistische concurrentie niet meer stijgend (zoals bij volkomen concurrentie), maar een bergparabool.

Eerst stijgt de omzet als de prijs daalt omdat de afzet relatief meer toeneemt dan de prijs daalt (elastisch).

Als de prijs verder daalt, neemt de afzet toe maar daalt de omzet, omdat de prijzen sneller dalen dan dat de afzet stijgt (inelastisch).
= GO

Slide 12 - Slide

Maximale omzet
Doelstelling maximale omzet (TO) = korte termijn doelstelling om zoveel mogelijk te verkopen om zoveel mogelijk marktaandeel te verkrijgen, of een concurrent uit de markt te drukken.

Maximale omzet als MO = 0!

Zolang MO > 0, zal de TO stijgen bij extra productie. Als M0 < 0, dan zal de TO dalen bij extra productie.

= GO

Slide 13 - Slide

Maximale winst
Doelstelling maximale winst = lange termijn doelstelling. Door onderscheidende kenmerken (heterogeen product) kan de aanbieder P > MK vragen.

Maximale winst als MO = MK!

Zolang MO > MK, zal de TW stijgen bij extra productie. Als M0 < MK, dan zal de TW dalen bij extra productie.

= GO

Slide 14 - Slide

TO en MO
Gegeven de prijsafzet-functie: qv = -2p + 10 (zie vraag-functie in de grafiek)
 
Wat is dan de TO-functie?
  • eerst de p vrijmaken: p = -0,5q + 5
  • TO = p x q
  • TO = (-0,5q + 5) x q = -0,5q2 + 5q

Wat is dan de MO-functie?
  • MO = afgeleide van TO
  • MO = -q + 5
= GO

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Maakwerk deze week
  • wat: opdracht 2.6, 2.7 en 2.8
  • hoe: fluisterend overleg met buurman / buurvrouw mag
  • hulp: buurman / buurvrouw of steek je vinger op
  • tijd: tot 1 minuut voor einde les
  • uitkomst: zo ver mogelijk
  • klaar: ga verder met opdracht 2.1 t/m 2.12

Slide 17 - Slide