Par. 1.5 Bronnen: De wijk in KLOPT NIET!!

1.5 Arm en rijk in Nederland  Bronnen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

1.5 Arm en rijk in Nederland  Bronnen

Slide 1 - Slide

Inleiding
Nederland is een pluriform land. Als je weet waar je op moet letten zie je de verschillen overal. Ook dicht bij huis. In deze laatste paragraaf onderzoek je de verschillen tussen woonwijken.
Pluriformiteit betekent "de aanwezigheid van verschillen"
Op de volgende slides volgt per bron een korte uitleg >>>

Slide 2 - Slide

Bron 1: De nieuwbouwwijk als visitekaartje
De nieuwbouwwijk Brandevoort in Helmond wordt gebruikt als voorbeeld

Slide 3 - Slide

Helmond

Slide 4 - Slide

Kenmerken van de wijk Brandevoort
  • 6000 woningen
  • geen straat is hetzelfde
  •  goed bereikbaar
    (spoor en snelweg) 
  • winkelcentrum voor dagelijkse boodschappen

Slide 5 - Slide

Bron 2: De leefbaarheid in Amsterdam +
 Bron 4: Leefbaarheid
Leefbaarheid van woonwijken hangt samen met factoren zoals:
  • woningaanbod (huur, koop enz.)
  • veiligheid
  • bereikbaarheid
  • voorzieningen (o.a. winkels)
  • vervuiling.

Ook de onderhoudstoestand van de woningen speelt een rol.

Sociale controle betekent dat bewoners elkaar corrigeren. en op elkaar letten.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Bron 3: Ieder zijn eigen wijk
De overheid streeft naar integratie. In de praktijk is dat lastig want je kunt mensen natuurlijk niet dwingen om bij elkaar te wonen. Segregatie is het tegenovergestelde van integratie. 
We onderscheiden 2 soorten:
  • Maatschappelijke segregatie: mensen uit verschillende bevolkingsgroepen hebben weinig of geen contact met elkaar. 
  • Ruimtelijke segregatie: het apart wonen van bevolkingsgroepen met bepaalde kenmerken (bijv. inkomen) in bepaalde wijken
een geheel worden met een andere groep. 
betekent letterlijk scheiding

Slide 8 - Slide

Huiswerk
Schrijf het huiswerk van het bord op in je agenda

Kijk paragraaf 1.3 en 1.4 na.
De antwoorden vind je in Classroom

Slide 10 - Slide