4.3 Europa: verenigd in verscheidenheid

4.3
Europa: verenigd in verscheidenheid
Vandaag:
- Herhaling
- Start maken met 4.3: hoe ontstond de EU?
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

4.3
Europa: verenigd in verscheidenheid
Vandaag:
- Herhaling
- Start maken met 4.3: hoe ontstond de EU?

Slide 1 - Slide

Lichte industrie
A
Kant en klare eindproducten
B
Producten die nog bewerkt moeten

Slide 2 - Quiz

Wat is een hightechindustrie?
A
Een plek van waaruit auto onderdelen worden verspreid
B
Een bedrijventerrein
C
Industrie waarvoor hoogstaande technische kennis nodig is
D
Industrie waar alleen maar robots in werken

Slide 3 - Quiz

Bij het communisme:
A
Zijn er grote verschillen tussen arm en rijk.
B
Wordt gestreefd naar een maatschappij van gelijkheid.
C
Worden andere rassen als minderwaardig gezien.
D
Zijn bedrijven in handen van particuliere ondernemers.

Slide 4 - Quiz

Mensen trokken van de stad naar het platteland na de val van de Muur
A
Urbanisatie
B
Re-urbanisatie
C
Sub-urbanisatie

Slide 5 - Quiz

Het CBD heeft vooral een....
A
woonfunctie
B
recreatiefunctie
C
werkfunctie

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

De Europese Unie
Waarom zijn deze landen gaan samenwerken?

Slide 8 - Slide

Europese eenwording
  • Na een eeuw vol oorlogen en economische crisis in Europa besloot een aantal landen te gaan samenwerken. 
  • De EEG Europese Economische Gemeenschap. 
  • Doel: voorkomen van meer verwoesting en oorlog
  • Groeide later uit tot de Europese Unie
  • Door de jaren heen kwamen er steeds meer landen bij.
 (27 landen) 

Slide 9 - Slide

Europese eenwording
1951
EGKS
Europese Gemeenschap van Kolen en Staal
1957
EEG
Europese Economische Gemeenschap
1992
EU
Europese Unie
2002
Invoering Euro

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Doelen van de Unie
- vrede;
- het welzijn bevorderen;
- vrijheid, veiligheid en recht bieden;
- duurzame ontwikkeling;
- sterk concurrerende markteconomie;
- sociale uitsluiting en discriminatie bestrijden;
- wetenschappelijke vooruitgang bevorderen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Even wat begrippen
= achtergrond voor de rest van de paragraaf

Slide 14 - Slide

Wat is cultuur?
Cultuur is de manier waarop een groep mensen samenleeft. 
 - Cultuur is aangeleerd. 
 - Cultuur is gebonden aan een groep

Slide 15 - Slide

Multiculturele samenleving

Een samenleving waarin meerdere groepen met verschillende culturen met elkaar leven

Slide 16 - Slide

Volk, natie en staat
  • Volk
  • Eeuwenlang samen en zelfde cultuur, volk voelt zich een eenheid
  • Staat
  • Duidelijke begrenzing en het bestuur is soeverein (=geen "baas")
  • Natie
  • In een staat één volk woont. --> staat noem je dan natiestaat

Slide 17 - Slide

Eenheid binnen de EU



Zijn er veel verschillen in
de Europese Unie?


Slide 18 - Slide

Europa in kaart

Slide 19 - Slide

Eenheid
  •  In de lidstaten wonen veel verschillende volken met een eigen cultuur
  • Daarom is de Europese Unie: Multicultureel
  • Toch willen ze een eenheid zijn. 
  • De EU is voornamelijk een economische machtsblok
       Gegroeid door handel
  • Om handel te helpen hebben ze de onderlinge 
        grenzen weggehaald: Schengenlanden
  • Gezamenlijke afspraken over visumbeleid, 
       asielbeleid en politie en justitie

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat is multicultureel?
A
Veel mensen die vlak bij elkaar wonen.
B
Veer verschillende culturen in een land.
C
Dat mensen meer culturen kunnen hebben.
D
Een cultuur die veel in een land voorkomt.

Slide 22 - Quiz

Interne markt
Binnen de EU zijn de economische grenzen vervallen, waardoor de lidstaten samen een interne markt vormen. Dat is goed voor de onderlinge handel.

Dat doen ze door... 






Slide 23 - Slide

Binnen de EU hebben we:
Binnen de EU is er:






vrij verkeer van goederen en diensten
vrijhandel tussen de EU-landen. Je mag vrij goederen en diensten importeren en exporteren binnen EU-landen. Je hoeft bijvoorbeeld geen belasting (invoerrechten) te betalen.

vrij verkeer van personen
Inwoners van een EU-land mogen in een ander EU-land werken en wonen.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide

Migratie
De economische verschillen binnen Europa hebben grote demografische gevolgen. Veel migratie van het oosten van Europa naar het westen.
  • Emigratie en immigratie
  • Vergrijzing: vertrek van jongeren plattelandsgebieden
  • Ontgroening: Minder geboortes afname van jongeren

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Wat is vergrijzing?
A
De mensen krijgen steeds sneller grijs haar.
B
Mensen verven hun haar steeds meer grijs.
C
De groep mensen boven de 65 jaar wordt steeds groter.
D
De groep mensen boeven de 50 jaar wordt steeds groter.

Slide 30 - Quiz

In het verdrag van Schengen staat dat:
A
Asielzoekers worden vehoord door de IND
B
Alle Europeanen overal mogen wonen/werken w
C
Europa vluchtelingen moet opnemen

Slide 31 - Quiz

Wat is de hoofdstad van de Europese Unie?
A
Amsterdam
B
Berlijn
C
Parijs
D
Brussel

Slide 32 - Quiz

Wat is multicultureel?
A
Veel mensen die vlak bij elkaar wonen.
B
Veer verschillende culturen in een land.
C
Dat mensen meer culturen kunnen hebben.
D
Een cultuur die veel in een land voorkomt.

Slide 33 - Quiz

Wat is een natiestaat?
A
Een staat waar een volk woont
B
Een staat waar meerdere volken wonen
C
Een eiland met meerdere groepen
D
Een moderne stad

Slide 34 - Quiz

Een volk is
A
een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont en dezelfde cultuur heeft
B
een groep mensen die binnen dezelfde grenzen woont
C
een groep mensen die dezelfde politieke leider of koning heeft
D
een groep mensen die hetzelfde geloof hebben

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Video