Vraagzinnen en vraagwoorden

1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doelen van de les
Herhalen vraagzinnen 
Oefenen met vragen 
Wat moet ik nog leren?

Slide 2 - Slide

Hoe maak ik een vraag?
Om in het Frans een vraag te stellen, zet je een vraagteken achter de gewone zin.
De volgorde van de zin verandert NIET!

Slide 3 - Slide

Wat zijn de vraagwoorden in het Frans? 
Je kan ook vraagwoorden gebruiken. 

Slide 4 - Slide

Vraagwoorden 
où                                waar
quand                        wanneer
comment                 hoe
combien (de)         hoeveel

pourquoi                  waarom
qui                              wie
qu’est-ce que           wat
timer
1:00

Slide 5 - Slide

De vraagzin met vraagwoord

On va à la gare?                             Gaan wij naar het station?
Tu habites ?                               Waar woon je?
Comment tu t’appelles?           Hoe heet je?

Slide 6 - Slide

Wat is de vertaling van où?
A
wat
B
waar
C
wie
D
wanneer

Slide 7 - Quiz

Wat is de vertaling van pourquoi ?
A
wanneer
B
hoe
C
waarom
D
wat

Slide 8 - Quiz

Wat is de vertaling van comment?
A
hoeveel
B
wat
C
hoe
D
wie

Slide 9 - Quiz

Wat is de vertaling van wat?
A
qu’est-ce que
B
combien (de)
C
qui
D
quand

Slide 10 - Quiz

Kies:
Tu vas au cinéma avec ______?
J'y vais avec mes amis.
A
que
B
pourquoi
C
qui
D
quand

Slide 11 - Quiz

Kies:
Vous traverser la rue ______?
Nous traversons à pied!
A
comment
B
pourquoi
C
qui
D

Slide 12 - Quiz

Kies:
Vous étudiez ______d'heures par jours?
Nous étudions deux heures.
A
pourquoi
B
comment
C
qui
D
combien

Slide 13 - Quiz

Kies:
Il est _______ ton petit frère?
Il est mignon et sympa.
A
pourquoi
B
comment
C
qui
D
combien

Slide 14 - Quiz

Hoe goed ken je nu de vraagzinnen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll